Serie: Wachten
“Toen zeiden zij tegen elkaar: Wij doen hier niet goed aan. Deze dag is een dag met een goede boodschap en wij zwijgen erover. Als wij wachten tot het morgenlicht, staan wij schuldig. Nu dan, kom, laten wij dit in het huis van de koning gaan vertellen.” (2 Koningen 7:9 – HSV)
“Maar ten slotte zeiden ze tegen elkaar: ‘Wat we doen is niet goed. Er is vandaag goed nieuws, en als we dat voor ons houden tot het licht wordt, zullen we niet ongestraft blijven. Laten we meteen naar het paleis van de koning gaan om te vertellen wat er gebeurd is.’” (2 Koningen 7:9 – NBV21)
Je komt soms verhalen in de Bijbel tegen, en je kent ze vaak wel, maar dan lees je het vanuit een bepaald perspectief en ineens denk je: Dat is wel heel opmerkelijk. Het verhaal dat deze keer daarvoor belangrijk is, is het verhaal van de belegering van Samaria en de manier hoe God redding bracht. Hoe kwam ik bij dit verhaal? Zoals ik vaak met een thema doe: Ik gebruik de zoekfunctie in de Bijbelapp en typ daar het thema in. Zo ook deze keer en ik kom het woord ‘wachten’ tegen op een bijzonder moment.
In Samaria is het een hopeloze zaak. De Syriërs belegeren de stad en de hongerdoor dreigt. Het lijkt op de ondergang uit te lopen, maar tegelijk komt Elisa met een boodschap bij de koning. Een boodschap waaruit blijkt dat morgen alles anders zal zijn. In de poort van Samaria zal de andere dag weer meel verhandeld worden. Hoe de koning daarop reageert is niet zo duidelijk, maar de officier die de koning overeind moet houden, daar lezen we wel een reactie van. Deze man gelooft er niets van. En iets niet geloven van een profeet van God was gevaarlijk. Ongeloof als God wil redden is dodelijk. Elisa zegt dat hij het wel zal zien, maar er niet van zal eten. Sterker nog, hij zal, terwijl er meel verhandeld wordt, vertrapt worden. Elisa zegt dat nu nog niet, maar aan het einde van het hoofdstuk gebeurt dat wel.
Tegelijk is er buiten nog wat aan de hand. Er zijn een paar melaatsen die op het punt van sterven staan door de honger. En zij nemen een besluit. Ze kunnen, melaats als ze zijn, de stad ingaan, maar dan zullen ze sterven. Als ze blijven waar ze zijn, zullen ze ook sterven. Er is nog een optie: Overlopen naar de Syriërs. Dat kan ook hun dood zijn, maar alle andere opties zijn nog zekerder dat ze het niet overleven. Dus maken ze de keus om proberen te overleven door naar de vijand te gaan. Als ze daar dan aankomen, dan blijkt het wel heel erg stil te zijn. Er blijkt niemand meer te zijn. Halsoverkop lijkt de vijand te zijn vertrokken en alles was verder achtergebleven. De melaatsen zijn gered.
Wat doen ze, ze redden zichzelf door te gaan eten van de enorme voorraad die ze daar aantroffen. Ze redden zichzelf! Toen ik dat las, kreeg ik even het gevoel dat ik vaker heb. Het gevoel dat we geloven tot iets hebben gemaakt voor onszelf. Als we zelf maar gered zijn. En dat je daar even heel blij van wordt en heel dankbaar is heel goed. Het eerste moment van je geloof en het besef dat je gered bent. Niet overgelopen naar de vijand, maar overgelopen naar Jezus. Maar wat dan daarna? Hoelang mag je wachten om het goede nieuws ook anderen te vertellen?
De melaatse mannen komen ineens tot het besef dat dit wat ze doen, nu kan. Ze hebben gegeten, goud en zilver verborgen en ineens beseffen ze: We mogen niet wachten. Niet wachten om het goede nieuws in Samaria te vertellen. Elke minuut wachten is er een teveel. Dat gevoel dat je niet mag uitstellen om het goede nieuws aan anderen te vertellen die het nog niet weten en de reactie op dat moment, die is belangrijk.
Als je deze les doortrekt naar je relatie met Jezus, geldt precies hetzelfde. Het is niet vreemd als iemand tot geloof komt, dat hij van verbazing en verwondering eerst daar voor zichzelf mee bezig is, maar ik wil je ook zeggen dat je tot bezinning mag komen om ook anderen het goede nieuws te vertellen, net zoals deze mannen. Ze gaan naar het huis van de koning en vertellen het goede nieuws. Niet dat ze het gelijk konden geloven, maar dat is dan niet langer hun verantwoordelijkheid. Het besef: “Dit moeten we vertellen”, negeer dat besef niet.
Gebed: Heer, laat mij elke dag beseffen dat het goede nieuws niet verborgen mag blijven, zodat ik het blijf delen met anderen.