Thema: Door de wind
“En God dacht aan Noach en aan al de wilde dieren en al het vee dat bij hem in de ark was; en God liet wind over de aarde gaan, zodat het water bedaarde.” (Genesis 8:1 – HSV)
“Maar God dacht aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam.” (Genesis 8:1 – NBV21)
De momenten dat God Zich openbaart door de wind, zoals in het paradijs kom je niet veel tegen in de Bijbel. Misschien dat je de Pinksterdag nog kunt noemen als een moment dat God Zich openbaart door de wind. Dan gaat het vooral over de aanwezigheid van de Heilige Geest, maar daar is dan alles wel mee gezegd als het gaat over de wind en dat God daarin merkbaar aanwezig was. Veel vaker zie je dat de wind in de Bijbel een heel andere betekenis heeft. Je zou misschien als eerste zeggen dat de wind vaak symbool staat voor oordelen en duisternis, maar als je de Bijbel gewoon vanaf het begin doorleest ontdek je dat er een andere kant van de wind is, die wij misschien niet altijd direct zouden benoemen.
Je ziet in de Bijbel dat de wind namelijk ook vaak het ingrijpen van God laat zien. Wind gaat vaak vooraf of gelijk op met Gods ingrijpen. God brengt dan een verandering aan die op dat moment nodig is. De eerste keer dat we dat tegenkomen doet God met die wind iets dat apart is. Het is op het moment dat de ark van Noach over de aarde dobbert en iedereen is omgekomen. Dan denk je: Het is mooi dat Noach is gespaard, maar dan moet er ook wel nu iets gebeuren om ook Noach te redden. Want even eerlijk, de hele aarde was verworden tot een grote oceaan. Overal was water, zelfs de hoogste bergen stonden onder water. Dan zou het stoppen van de regen en het sluiten van de bronnen uit de aarde waar ook water uit omhoog kwam een oplossing kunnen zijn, maar zoveel water zou veel te lang duren voordat de aarde weer bewoonbaar zou zijn.
Wat doet God dan? Hij laat het waaien. En ik heb eerst even over die zin zitten nadenken. Waaien en water geeft namelijk meestal een verschrikkelijke combinatie. Als het echt gaat stormen met hoog water, dan zetten wij alle veiligheidsmaatregelen in. Wat er nu gebeurt is dat God het laat waaien en dat deze wind ervoor zorgt dat het water begint terug te vloeien. God gebruikt hier de wind om het water naar de zeeën terug te sturen. Dit is zo groots dat je dit bijna niet kunt voorstellen. Je zou zeggen dat het water nergens heen te blazen is, want overal is water. Toch is dat met Gods macht niet zo. Hoe dat precies was, wordt niet duidelijk. Waarschijnlijk waren er diepere diepten waar God het water naartoe stuurde.
De wind wordt hier dus juist een zegen. God grijpt in, maar op een zegenrijke manier. Wij denken vaak dat iets als wind juist gevaarlijk is in situaties met water, maar als God de wind op de juiste manier gebruikt, zorgt het voor een oplossing. Iets wat in onze ogen alleen maar op een mislukking lijkt uit te lopen, is in de handen van God een machtig middel om tot een oplossing te komen. Als je uit dat perspectief durft te denken, kun je God de ruimte geven om Zijn werk te doen. Dan kan zelfs de storm van een pandemie een middel zijn in Gods hand. Alles in Gods handen krijgt een ander perspectief dan hoe wij het bekijken. Zelfs op Golgotha krijgt de storm over het leven van Jezus een zegenrijke uitkomst. Als God ingrijpt, is Hij bezig om Zijn plan uit te voeren, zelfs als Hij daarvoor de wind gebruikt, terwijl de hele aarde vol is met water. Wind kan in Gods handen zelfs een verhoring van gebeden zijn. En dat laat God je vandaag zien in deze geschiedenis met Noach.
Gebed: HEER, als U de wateren en de wind in handen houdt, gaat er nooit iets buiten Uw regering om.