Thema: Gelukkig met de psalmen
“Welzalig is hij die uw kleine kinderen grijpen en tegen de rots verpletteren zal.” (Psalm 137:9 – HSV)
“Gelukkig wie jouw kinderen grijpt en op de rotsen verbrijzelt.” (Psalm 137:9 – NBV)
Het zijn woorden die voor ons niet goed voelen, tenminste, daar ga ik vanuit. Woorden die vol van wraakgevoelen lijken te zitten. En de eerste vraag die je kunt stellen is de vraag waarom de kinderen van Babel dit moeten overkomen. Of waarom hen dit wordt toegewenst. Waarom zou je dit wensen? Kunnen die kinderen er iets aan doen dat hun ouders Israël hebben onderdrukt en bespot? Je kunt de kinderen toch niet laten boeten voor de schuld van de ouders? Dat staat toch helemaal haaks op wat God Zelf zegt over de straf die ouders krijgen, maar kinderen niet?
Er zijn teksten in het Oude Testament die heel lastig blijven en dit is er echt wel eentje van. Ik heb ook het gevoel dat je er beter maar niet te veel over moet zeggen of in ieder geval dat je soms dingen ook niet helemaal moet begrijpen. Als je kijkt naar de oordelen die God geeft over de heidenvolken die de vijanden van Zijn volk Israël waren, dan roept dit ook gewoon altijd vragen op. En ik denk dat het de kunst is om die vragen er ook echt te mogen laten zijn, zonder dat je daarmee God van verkeerd gedrag zou beschuldigen. Als je gelooft dat God rechtvaardig en volkomen zuiver is, dan is Hij dat ook in de oordelen die wij nu nog niet kunnen begrijpen.
Ik ben teveel mensen tegen gekomen die dan zeggen: “Als dit de God van liefde is, laat dan maar zitten”. Op die manier proberen ze God dan te begrijpen en als dit niet lukt is dat een goede reden om af te haken. Ik denk dat dit nooit eerlijk is, omdat wij nooit op Gods niveau van liefde en oordeel iets kunnen zeggen. Dat gaat ons verstand veel te ver te boven. God is liefde is namelijk net zo onbevattelijk dan Zijn oordelen. Besef gewoon even wat wij Hem aangedaan hebben en vervolgens kiest Hij er toch voor om lief te hebben. Ja, als dat jezelf betreft, natuurlijk wil je dan zeggen dat God liefde is, maar als daardoor Zijn genade er ook voor een moordenaar is, wordt het al heel wat lastiger. Iets in deze spanning heeft ermee te maken dat je God, God laten.
Ondertussen zou je misschien denken: Maar, Theo, daar gaat het hier in deze psalm toch helemaal niet over? Toch wel, want dit is ergens wel de achtergrond van de extreme uitspraken in deze psalm. Het is hoe God Zijn volk heeft laten zien hoe Hij met oordelen komt voor degenen die Hem niet dienen. Want ook de heidenvolken waren niet gelijk tot dit lot veroordeeld. Helemaal niet zelfs, lees het boek Daniël maar, dan zie je dat zelfs Nebukadnezar begint te geloven en dat God genadig is. Alleen heeft Gods genade ook een einde. Dat is ook wel begrijpelijk, want waar zou je anders dan nog een Redder voor nodig hebben. Dus dit is wel wat voor Israël op de achtergrond meespeelde.
Het gaat dan bij het uitroeien van een volk om zoveel haat tegen de God van Israël en Zijn volk dat God ingrijpt en dat gaat over generaties heen. Dat gebeurde in Egypte toen God na meer dan 400 jaar ingreep en dat gebeurde op heel veel momenten in de geschiedenis van Israël. Dat verandert pas op het moment dat Jezus de wereld met God kwam verzoenen en Hij ons leerde om in de tijd die er nog iets, die verzoening te ontvangen en uit te delen. Maar ook aan deze tijd zal een einde komen. Gods genade is zo groot en toch zal straks aan het einde van de tijd wel het moment komen dat God toe zal geven aan hen die Hem altijd afwezen.
Je voelt wel aan dat je er niet uitkomt. Ergens wringt het en tegelijk ook weer niet. Ik ben God niet en jij ook niet. Wat ik wel geloof is dat God genadiger is, veel genadiger dan ik kan bevatten en toch heeft echte liefde ook een keerzijde als die niet aanvaard wordt en helemaal als Gods oogappel wordt aangeraakt. Dat laat God niet gebeuren en mag dat dan toch de bemoediging zijn in een wraakpsalm als deze?
Gebed: HEER, ik kom er niet uit als het in het Oude Testament om zoveel oordeel gaat en dat Israël dat ook over lijkt te nemen. Toch wil ik geloven dat U God bent, volmaakt zuiver in alles wat U doet en dus ook in Uw oordelen.