Thema: Gelukkig met de psalmen
“Welzalig het volk dat het zo vergaat, welzalig het volk waarvan de HEERE zijn God is.” (Psalm 144:15 – HSV)
“Gelukkig het volk dat zo mag leven, gelukkig het volk dat de HEER als God heeft.” (Psalm 144:15 – NBV21)
Het laatste vers van deze psalm bevat twee zaligsprekingen in ene zin. Dat zijn we nog niet eerder tegengekomen. Tegelijk betekent het ook dat als je deze zaligspreking leest aan het einde van een psalm dat er ook wel een oorzaak moet zijn om zo af te sluiten. Zeker ook omdat het eerste gedeelte van de zin terugverwijst naar deze psalm. Het is dus te makkelijk om te zeggen dat je gelukkig bent als de HEER je God is. Natuurlijk is dat zo, maar in deze psalm zit er wel een geschiedenis voor.
Opnieuw is dit een psalm van David en hij kijkt vooral terug op een zware periode. Hij zegt niet precies wat er aan de hand is, maar één ding is wel duidelijk: De situatie was echt uitzichtloos. Dat merk je vooral in het gebed om hulp dat midden in deze psalm staat. Daarvoor brengt hij even in herinnering dat de mens niet zoveel voorstelt en het zelfs een vraag is waarom God toch die mens wil kennen. Dat lijkt hier niet te gaan over de mens in het algemeen, zoals je dat bijvoorbeeld in psalm 8 ook wel ziet, maar het gaat hier dan waarschijnlijk om vijanden en leugensprekers die het leven van David erg moeilijk maken.
De vraag van David is de vraag of God wil ingrijpen. De termen zijn ook hier wel weer behoorlijk stevig. David vraagt om ingrijpen van God Zelf en hij vraagt of God hem de hand wil reiken en hem omhoog wil trekken. Het geeft het beeld van iemand die uit een kluwen strijders wordt getrokken. En of dat nu echte strijders zijn of leugensprekers, ze hadden kennelijk het doel om David onderuit te halen. En daarmee stopt dan het gebed van David en gaat hij over in een loflied. Waar God je HEER is en Hij ingrijpt, daar ben je gelukkig en dat maakt David hier duidelijk. Zo is Zijn God en daarom is hij gelukkig. Met deze beelden kom je aan het einde van de psalm uit in de dubbele zaligspreking. Gelukkig en gelukkig ben je als je het volk bent van de HEER onze God.
En natuurlijk is ook deze psalm er eentje die je in de context van David en Israël moet laten staan. Tegelijk is dit ook waar dat je zo mag vertrouwen op God. Dit is Wie God is. Hij wil klaarstaan, juist voor iedereen die zich uitstrekt naar Hem. Wat je omstandigheden ook zijn, hoe je ook onder vuur ligt, dan is God je veilige vesting en je houvast. Hoe vaak zijn we dat al tegengekomen in de psalmen. Telkens weer komt dat terug en dat loopt iedere keer weer op een zaligspreking uit. Zo ook hier weer. Weer laat God je door de ogen van David heen zien dat Hij te vertrouwen is en dat Hij je niet laat zitten in de ellende die er soms is. En besef ook dat David dit telkens opnieuw moest ervaren. David wist hoe de HEER hem telkens hielp, maar telkens opnieuw moest hij weer durven om te vertrouwen en weer afhankelijk zijn van God. Ik weet niet of we die les ooit echt op aarde leren, want keer op keer moet je daarvoor weer in overgave durven leven. Dat was voor David echt niet anders dan voor ons.
Gebed: HEER, ik vertrouw op U en helpt U mij dan, telkens als ik dat nodig heb.