Thema: Filippenzen
“Doe alle dingen zonder morren en meningsverschillen, opdat u onberispelijk en oprecht zult zijn, kinderen van God, smetteloos te midden van een verkeerd en ontaard geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld.” (Filippenzen 2:14 en 15)
Wat is een kind van God? Je kunt natuurlijk even makkelijk antwoord geven in de zin van: Dat is iemand die in Jezus gelooft en daarom als een kind van God is aangenomen. En dan klopt het antwoord als een bus, alleen denk ik dat Paulus hier niet helemaal tevreden mee is. Nadat hij heeft duidelijk gemaakt dat de gemeente als geheel haar behoud moet werken met vrezen en beven schrijft hij ook gelijk hoe ze zich dan moeten gedragen. Dat is natuurlijk een afspiegeling van hoe Jezus Zich in alles als de minste gedroeg, maar dit werkt hij dan nog wel even iets duidelijker en praktischer uit. En dat zegt hij, dat zijn kinderen van God.
Paulus maakt dus duidelijk dat je kind van God zijn niet alleen een geestelijke status is, maar dat dit ook zichtbaar is in je dagelijkse leven. En dan maakt hij het nog even iets specifieker, het is zichtbaar in het dagelijkse leven van de gemeente. Dus eigenlijk alle gelovigen in de gemeente en hoe zij zich met elkaar in deze wereld gedragen. En dat doe je dan als kind van God. Dus op de vraag wat een kind van God is, blijft Paulus heel sterk binnen het collectief van de gemeente en gaat er dus eigenlijk vanuit dat je dit als gelovigen met elkaar doet en daarmee zegt hij eigenlijk dat de gemeente ook de plaats is waar je elkaar scherp moet houden.
Je zou het ook nog anders kunnen zeggen: De kerk, die club mensen, die onderscheiden zich door hun kind van God zijn. Zo zou de wereld om ons heen het kunnen benoemen. En hoe dat er dan uitziet, behalve dat dit de gezindheid van Jezus is, dat geeft Paulus duidelijk woorden. En weet je, dan merk je ineens dat kerk-zijn met elkaar helemaal soms niet makkelijk is. Soms is het gewoon iets dat ingewikkeld is, weerbarstig ook, want het begint met zonder morren en zonder meningsverschillen. Ik denk dat ik ondertussen wel kan zeggen dat ik aardig wat kerkelijke ervaring heb en helaas is het zo dat dit echt lastige punten zijn. Iets van dat als je het er niet mee eens bent, opnieuw ergens anders beginnen, terwijl je juist als kinderen van God als broers en zussen er gewoon uit moet zien te komen. En nee, dat betekent niet dat degenen die het hardst roepen de meeste kans maken om hun zin te krijgen. Het draait telkens weer om dat andere wat Paulus noemt: Vast houden aan het Woord van God.
Als de christelijke gemeente gezien en ervaren wordt als een groep gelovigen waar we het nooit eens kunnen worden, dan spreekt Paulus ons duidelijk aan. Niet op ons kerk zijn, maar op ons kind van God zijn. En in alle verschillen van inzicht laten we Gods Woord bepalen wat de weg is. Dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat een meningsverschil uiteindelijk uitloopt op twee soorten belevingen die allebei goed zijn. Ik kom soms discussies tegen over muziek, over stijl, over de manier van de invulling van een kerkdienst, terwijl als er dan meerdere partijen zijn, geen enkele partij het Woord tegen zich zal krijgen als je zo gaat kijken, maar draait het heel vaak om het ruimte geven van elkaar.
En daarbij zijn we als kerkelijke gemeente onberispelijk en vooral ook oprecht. Dubbele agenda’s passen niet bij een kind van God. En bij dat alles hoopt Paulus dan dat hij er op de dag van Christus niet achter komt dat hij tevergeefs zoveel heeft gedaan aan de gemeente. En op de plaats van de naam van Paulus kun je dan ook gerust je eigen voorganger of leiders invullen. Een uitdaging, zo kun je dit gerust noemen, maar wel kind van God waardig!
Gebed: Heer, het kost ons vaak moeite om breder te kijken dan onze eigen beleving en ons eigen geloof, maar help ons om als kinderen van God, met elkaar kerk te zijn.