Thema: Filippenzen
“Daarom, mijn geliefden, zoals u altijd gehoorzaam geweest bent, niet alleen zoals in mijn aanwezigheid, maar nu veelmeer in mijn afwezigheid, werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven.” (Filippenzen 2:12)
Je zou bij sommige uitspraken van Paulus toch denken dat hij het spoor toch wel behoorlijk bijster is geraakt. Neem nu de uitspraak, direct na het gedeelten over de gezindheid van Christus: Werk aan uw eigen zaligheid met vrezen en beven. Dan knipper je toch een keer met je ogen en denk je: Paulus is dat Bijbels? Of theologisch gezegd zou dit Arminiaans zijn. Dan is genade geen genade meer, maar is je zaligheid iets dat je zelf kunt verdienen. Nu moet ik eerlijk zeggen dat de strikte scheiding tussen genade en onze wil ook heel vaak willoze mensen heeft gemaakt in de zin van ‘het moet je maar gebeuren’. Dus in die zin kun je ook misschien wel weer blij zijn met de woorden van Paulus. Maar wat bedoelt hij nu eigenlijk?
De woorden die volgen maken wel duidelijk dat Paulus niet zegt dat onze zaligheid te bereiken is door alleen je best te doen. God is het namelijk die het willen en het werken geeft. Dus er is zeker balans. Alleen waar wij zo vaak tegenaan lopen is dat onze vertalingen een wat vertekend beeld kunnen geven. Een beetje afhankelijk van je achtergrond kan je focus zomaar liggen op jouw redding. In delen van de kerk blijven sommigen tot hun laatste dag in twijfel en daar zie je ook mensen in de knel komen met dit soort teksten. Dan wordt alles tegenover elkaar gezet. En juist daar is Paulus hier helemaal niet mee bezig.
Hij zegt niet tegen het individu: Zorg dat je zalig wordt en werk dit met vrezen en beven. Iets van: Pas op hoor, als je niet goed genoeg je best doet, dan zul je Gods toorn ervaren. Soms wordt deze tekst uitgelegd als dat je met een enorme angst en met tegenzin dan maar gaat geloven, wat je dan vervolgens ook weer niet zelf kunt. Als je zo met Paulus wilt omgaan, dan kom je er niet uit. En misschien zijn dit gedachten die voor jou helemaal vreemd zijn, dank God! Maar er zijn er nog velen die hier nog steeds in vastlopen.
Wat bedoelt Paulus dan wel? Daar kom je achter als je de tekst letterlijk neemt. Het begint al met het eerste woord van de zin: Geliefden. Dat is meervoud. Hij spreekt hier de hele gemeente van Filippi aan. Dat zijn, zoals we ondertussen weten heiligen in Christus. Hij spreekt de gelovigen dus aan. Het gaat hier dus niet om je eerste persoonlijke redding. Maar als je dan even doorleest dan eindigt de zin met ‘werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven’. Het verraderlijke zit in dat woordje ‘uw eigen’. Dat is in het Grieks één woord. Wij kunnen dat maar op ene manier vertalen en doen dat met ‘uw eigen’ of ‘van uzelf’. In het Grieks zijn er twee woorden die heel dicht tegen elkaar aanliggen in de woordvormen en waarbij wij in het Nederlands geen verschil zien. Het woord ‘heauton’ en het woord ‘heautoon’. Het eerste woord met een kort ‘o’ is een enkelvoud en het tweede woord met een lange ‘o’ is een meervoud. Paulus gebruikt hier het tweede woord.
Het gaat Paulus dus hier niet om een individu, maar hij roept de gemeente op om als gemeente hun eigen redding met vrezen en beven te werken. En daarbij gaat het ook niet over angst, maar om ontzag voor God. Het gaat hier dus om de redding of de zaligheid van de gemeente. Wat gebeurt er als de gemeente als geheel niet de gezindheid van Jezus heeft? Dan zegt dat nog niets over iemand persoonlijke redding, maar dan heeft dat gevolgen voor de gemeente als geheel. Als je de brieven in Openbaring 2 en 3 leest, merk je dat sommige gemeenten zo worden aangesproken door Jezus dat hun toekomst op het spel staat omdat ze als gemeente niet trouw zijn.
Deze manier van schrijven en spreken is voor ons, in onze westerse cultuur bijna onbegrijpelijk. Wij zijn zo individualistisch dat wij niet kijken naar het geheel van de gemeente. Als je er klaar mee bent stap je gewoon over naar de volgende gemeente. Maar Paulus bedoelt hier dat je met elkaar verantwoordelijk bent voor het voortbestaan van de gemeente. Als de liefde in de gemeente dus ontbreekt, dan wordt het tijd om de zaligheid van de gemeente met vrees en beven te gaan werken. Dat is waar het over gaat. En misschien moeten we dat gesprek in de gemeente wel eens vaker voeren. Zijn we als gemeente, als geheel nog in de lijn van de gezindheid van Jezus? En als dat niet zo is, dan staat de redding, het behoud van de gemeente dus op het spel. De gemeente krijgt hier van Paulus dus een fundamentele betekenis waarin je als gelovigen met elkaar verantwoordelijk bent voor die gemeente! Daar gebeurt het, met elkaar. En hoe staat het er dan voor?
Gebed: Heer, wat een scherpe woorden van Paulus, waar het gaat om de gemeente en niet om, wat wij vaak denken, het individu. Laat ons als gemeente ook Uw gezindheid dragen.