Thema: Luisteren met je ogen - #luisterenmetjeogen
“Wees mij tot een rots om daarin te wonen, om voortdurend daarin te gaan.” (Psalm 71:2)
De bergen geven ons, al luisterend met onze ogen een tweede les. We hebben gezien hoe groot God is als we zien dat Hij enorme bergen en rotsen met één woord heeft gemaakt. Je zou kunnen zeggen dat dit de verwondering is over de schepping. De rotsen, zoals we vorige keer al zagen, zeggen ons veel van God. Niet alleen over Zijn grootheid, maar ook over Wie Hij is. Als je tussen die rotsen doorloopt, dan zie je er ook iets onverzettelijks in. Als het stormt kan je huis schade oplopen, maar de rotsen in de bergen blijven onverzettelijk staan. Dat beeld gebruikt de psalmdichter van Psalm 71 om God aan te duiden.
God heeft je iets te bieden. Hij is een veilige schuilplaats. Het gaat in deze wereld enorm te keer. Je kunt gerust bang worden van alles wat er lijkt te gebeuren. Het is maar de vraag hoelang het nog duurt voordat er nog grotere vormen van onrust komen in deze wereld. Dat heeft de psalmdichter ook ervaren. Zoals in veel psalmen te merken is dat de psalmdichters vaak door enorme strijd heen gingen, zo is dat ook in Psalm 71. Vijanden, die niets met God hadden, waren op zijn leven uit. Onrecht zorgde voor een onleefbare situatie voor de psalmdichter. En ja, ik hoop dat de heftigheid van Psalm 71 ons nog bespaart blijft. Toch is de les over de bergen en de rotsen heel duidelijk.
Het gebed van de dichter is dit: “Wees mij een rots om in te wonen”. Dat klinkt erg onherbergzaam en dat is ook het gevoel dat je tussen de rotsen ook zomaar kunt krijgen, maar juist die onherbergzaamheid schrikt de dichter niet af. En waarom niet? Omdat de onherbergzaamheid veiliger is dan zijn eigen huis en zo komt hij uit bij het beeld dat God een rots is.
Je kunt zeggen dat God de Rots is waar je op mag staan. Dat kom je tegen in Psalm 61. Je kunt zeggen dat als jij luistert en doet wat Jezus zegt, dat je huis dan op de Rots is gebouwd. Toch gaat deze psalm nog verder. God is de Rots waarin je mag wonen. Ver weg van alle vijanden, ver weg van al het aardse, daar is een Rots. Niet alleen om op te staan of om op te bouwen, maar om in te wonen. Een Rots Die je thuis wordt, waar je voortdurend binnen mag gaan. En Die Rots, dat is God!
God kan soms zover weg voelen. Het kan soms lijken dat Hij alleen alles overziet, maar verder merk je soms niet zoveel van Hem. Zeker niet als alles de verkeerde kant op lijkt te gaan. Maar dan vergis je je. God is een Rots om in te wonen. Op een rots kun je vertrouwen als het om de onverzettelijkheid gaat, maar nu is het een rots die hol van binnen is. Onverzettelijk staat hij en in die rots kun je schuilen. Dat is God. Al het onrecht kan op je af komen, maar als je schuilt in Gods tegenwoordigheid dat is Hij daar met Zijn gerechtigheid en recht. Die rotsen zijn de verkondiging Wie God werkelijk is. Je kunt niet alleen op Hem vertrouwen, maar je mag zelfs in Hem schuilen. Welke stormen er dan over je heen gaan, dan ben jij in Hem veilig.
Dat betekent niet dat je op het aardse niveau je niets kan overkomen, maar in eeuwigheidsperspectief ben je binnen in de Rots veilig. Weggedoken in Gods aanwezigheid en in Zijn geborgenheid. Je hoort het om je heen te keer gaan, maar je weet: “Hier ben ik echt veilig”. Hij is mijn Rots en in Hem schuil ik. Dat is vertrouwen en veilig zijn. Dat is houvast en thuis tegelijk. Wat een prachtig beeld om naar te luisteren met je ogen.
Gebed: Heer, wees mij zo de Rots om in te wonen. U bent mijn schuilplaats en veiligheid!