"Wees deelgenoot van de noden van de heiligen. Leg u toe op de gastvrijheid." (Romeinen 12:13)
Als je goed nadenkt over de gemeenschap binnen de kerk van Jezus dan kom je er telkens achter dat dit bijna helemaal haaks staat op de tijd waarin wij leven. Telkens valt het op dat als je vanuit het individualisme denkt, dat je dan vastloopt. Het vervelende is dat je dan zelfs in de kerk vastloopt omdat het individualisme ook in het DNA van de kerk is terechtgekomen. Natuurlijk zijn daar wel uitzonderingen op, maar over de grote lijn merk je dat het echte gemeente-zijn als een vorm van echte gemeenschap een uitdaging is. Natuurlijk, bijna elke gemeente heeft kringen, thuiskingen, momenten van bij elkaar komen en andere vormen. Wat mij, na jarenlange ervaringen binnen de kerk opvalt is dat lang niet iedereen zich thuisvoelt in dat wereldje van kerkelijke kringen. Ik hoor vaak mensen zeggen: "Als je niet bij dat kringetje hoort, hoor je er ook echt niet bij. Gemeenschap is dus eigenlijk een stap verder dan dat we kringen hebben binnen de gemeente. Het gaat niet alleen om ontmoeting, maar als je echt een warme gemeenschap wilt zijn, moet je op een ander niveau gaan denken.
Paulus zegt als vervolg op de hoop, het geduld en het gebed, dat we deelgenoot moeten zijn van de noden van de heiligen. Letterlijk zegt Paulus: De nood van je geestelijke broer of zus is ook jouw nood. Dan is natuurlijk de andere kant ook waar: De overvloed van jou is ook de overvloed van je geestelijke broer of zus. En ik benoem hem nu even vanuit jouw overvloed en vanuit het gebrek van de ander, omdat je daar een Nederlander eigenlijk raakt in iets van ons leven: Delen van je overvloed. Natuurlijk kan het ook andersom zijn en heb jij gebrek en heeft de ander overvloed. Misschien is het heel gek als ik het zeg, maar de basis van het communisme is misschien wel Bijbelser dan wij vaak denken. Je denkt al snel aan onderdrukking door een leider, macht en manipulatie, maar de basis van het communisme is gelijkheid. Wat daar vanuit leiders uit is voortgekomen is helaas vaak verderfelijk geweest, maar de basis van gelijkheid ligt dicht aan tegen wat Paulus hier zegt over onze manier van gemeenschap. Wees deelgenoot van de noden van de heiligen. Deelgenoot betekent dat je er onderdeel van bent. Dat zegt dus dat je niet alleen de nood ziet en er misschien ook nog wel iets aan doet, maar het gaat veel dieper. Het gaat zo diep dat het ook jouw nood is, je lijdt er dus ook aan mee.
Opmerkelijk is dat Paulus namelijk niet zegt: Los de noden van de ander op. Hij zegt: Wordt er deelgenoot van. Dat gaat wel een paar stappen verder, want dan wordt die nood dus ook onderdeel van jouw leven. En ja, als je dan zelf overvloed hebt, dan is het probleem natuurlijk gelijk opgelost, want als jij deelgenoot wordt van de nood van een ander, terwijl er bij jou genoeg is, lost de nood dus ook op. Alleen zegt Paulus dit oplossen niet vanuit een opdracht, hij helpt ons om voor de oplossing eerst onderdeel te zijn van de nood van je broer of zus. Het is net zo goed jouw nood. Wat doet dit met een gemeenschap? Dit zorgt voor een bepaalde eenheid, betrokkenheid, maar ook voor een gezamenlijk leven als discipelen van Jezus. Dit maakt de verzameling van discipelen tot een huisgezin van God. Als dat de gemeente van Jezus is, dan gaat daar vanzelf iets vanuit wat je in de wereld nergens tegenkomt. En wat daar dan nog bijkomt is dat Paulus ook nog zegt dat we ons moeten toeleggen op gastvrijheid. Dat deelgenoot zijn van de nood van je broer of zus heeft te maken met elkaar als gelovigen, maar de gastvrijheid geldt voor iedereen. Iedereen die aan jouw deur staat is welkom, zodat ze door die gastvrijheid zien hoe we met elkaar het gezin van God zijn als gemeenschap.
Misschien is het heel lastig, maar als door de gastvrijheid iemand ziet hoe het functioneert binnen de gemeenschap van Christus, dan zou dat wel eens een nieuwe broer of zus kunnen worden, waar je dan ook weer deelgenoot van mag zijn in die nood. Mogen wij dan deuren of grenzen sluiten voor mensen in nood? Of willen wij een open plek zijn waar mensen terecht kunnen, Jezus ontmoeten en binnen het gezin van God opgenomen worden, waar met elkaar nood en overvloed gedeeld wordt? Dit zijn vragen waarbij je niet moet redeneren, maar waar je vanuit geloof moet leren handelen.
Gebed: Heer, wat een voorrecht om gezin van U te mogen zijn, maar wat een lastige opdracht. Als we echt één willen zijn, dan vraagt U van ons om elkaar nood te dragen en onze deur open te zetten.