"Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere." (Romeinen 12:11)
Met welke inzet doe je het werk in de gemeente? Misschien dat deze vraag te maken heeft de mate waarop je betrokken bent in de gemeente. Daarmee zou het ook een lastige vraag kunnen zijn, omdat je niet de ruimte krijgt om te doen wat je hart zegt. Dan heeft Paulus het in de eerste plaats niet tegen jou als hij zegt dat je niet traag moet zijn wat je inzet betreft. In dat eerste geval, zoek dan op welke manier je het vuur van de Geest mag uitstralen, maar als je in je gemeente zit en het allemaal wel goed vindt wat er gebeurt, dan heeft Paulus het wel tegen jou. Een gemeente is pas een gemeenschap als je met elkaar alles uit elkaar kunt halen om zo de Heer te dienen.
Wat is de bedoeling van Paulus als hij zegt dat je niet traag moet zijn in je inzet, maar dat je vurig van geest moet zijn? Toen we over discipelschap nadachten, werd al duidelijk dat Jezus laat merken dat het bij het Koninkrijk erom gaat dat het Koninkrijk haast heeft. We moeten geen tijd zinloos verloren laten gaan. Eigenlijk gaat Paulus hier op verder. Niet traag zijn met je inzet, heeft te maken dat we als gemeente, als kerk van Jezus, met elkaar vurig van verlangen zijn dat in de gemeente het Koninkrijk telkens doorbreekt. Vurig van geest heeft alles te maken met de passie die je hebt voor het Koninkrijk.
De gemeenschap die er is in de kerk van Jezus, is als het goed is een gemeenschap die vol passie leeft voor dat waar Jezus de gemeente voor wil gebruiken. Hij wil niets liever dan dat de gemeente een plaats is waar mensen de warmte van Gods tegenwoordigheid ervaren, de plaats waar het Koninkrijk zichtbaar wordt en waar mensen een stukje hemel op aarde ervaren. Dat kan alleen maar als we met elkaar, binnen de gemeenschap van de gemeente, de Heer dienen met passie en verlangen. Dan remmen we elkaar niet af met allerlei religieuze regels en eindeloze discussies, maar doen we met elkaar het werk van Jezus. En weet je wat er dan binnen de gemeente ontstaat? Dan ontstaat er een leerhuis, als het over onderwijs gaat, dan ontstaat er een gebedshuis als het om gebed gaat, dan ontstaat er een wervende, uitnodigende gemeente als het om missionaire zaken gaat. Met andere woorden: alle gaven die er zijn, die met elkaar de Heer dienen, met passie en vurigheid, vormen een gemeenschap waar niemand achterblijft in het dienen van de Heer met de gaven die ieder heeft gekregen.
Ik begon net met dat Paulus het niet in de eerste plaats heeft tegen degenen die in de gemeente de ruimte niet krijgen om hun hart te volgen. Als je dat herkent bij jezelf, wil jij je dan eens afvragen waardoor je de ruimte niet krijgt? Welke angst zit daar achter waardoor je geremd wordt in dat wat God van je vraagt? Deze vragen zijn namelijk echt belangrijk om een volwassen en evenwichtige gemeente te zijn, waarin het hele Koninkrijk tot Zijn recht komt. De Heer dienen doe je namelijk alleen als gemeenschap als alle facetten die God in de gemeente heeft gelegd tot bloei komen. En wat zit daar vaak een angst voor het onbekende, wat wordt er dan vaak geremd en de controle vastgehouden, terwijl de Heer door de Geest juist zo uitbundig wil werken in de gemeente. Laat niemand traag zijn in zijn inzet, laat iedereen vurig van geest zijn, zodat de Heer gediend wordt in de gemeente.
Gebed: Heer, Wat een uitdaging is dit om zo met elkaar U te dienen, zodat U de controle hebt en geen angst mensen zal remmen en we met elkaar vurig zullen zijn in wat U van ons vraagt.