“En de overpriesters en de Schriftgeleerden probeerden op datzelfde moment de hand aan Hem te slaan. Zij waren echter bevreesd voor het volk, want zij begrepen dat Hij deze gelijkenis met het oog op hen gesproken had.” (Lukas 20:19)
Als je de gelijkenis van de slechte landbouwers even op je laat inwerken, dan bedenk je natuurlijk al snel hetzelfde als wat de Schriftgeleerden bedachten: “Dit gaat over ons”. De Schriftgeleerden waren degenen die als arbeiders over Gods wijngaard waren aangesteld, en zodra ze werden aangesproken op hun wanbeleid en op hun eigenzinnige godsdienst, dan rekenden ze met de profeten af en uiteindelijk zouden ze ook met Jezus afrekenen, want tot Zijn dood hadden ze al lang besloten. En dan is het nu heel erg makkelijk om te denken: Die vuile Schriftgeleerden.
Mag ik het vandaag eens op een andere manier doen? Stel je voor dat Jezus, zo midden in de lijdenstijd, even bij jou langs komt en een gelijkenis vertelt over hoe jij en ik het doen, wat zou Hij dan vertellen? Even gewoon eerlijk. Want laten we eerlijk zijn, nu ben jij misschien niet zo’n Schriftgeleerde of overpriester, maar er is in ieder geval wel ene grote overeenkomst: Jezus roept ook jou op om de wijngaard te onderhouden. Ook jij bent geroepen om mee te werken aan Zijn Koninkrijk.
Zoals de Schriftgeleerden waren aangesteld om zorg te dragen voor de wijngaard, zo ook wij. Het is heel simpel, maar de gelijkenis van de 10 ponden heeft Jezus nog maar net verteld en die gaat ook gewoon over jou en mij. Hoe staat het onderhoud van de wijngaard van God er voor onder ons beheer? Kijk, het is heel makkelijk om te wijzen naar die Schriftgeleerden en Farizeeën. Natuurlijk is het terecht om de conclusie te trekken dat er niets van deugde. Alleen, zou Jezus alleen daarom dit in de Bijbel hebben laten opschrijven? Of is het ook gewoon een waarschuwing? Zouden we soms niet ons ook mogen spiegelen aan die Schriftgeleerden om niet in dezelfde fouten te vallen?
Je beseft, als je eerlijk nadenkt, dat de valkuil soms heel groot is. Want stel je nu voor dat Jezus tegen ons zegt dat wij dingen echt fout doen, maar dat het dan wel over dingen gaat in Gods wijngaard wat echt ons ‘ding’ is geworden, hoe gaan we dan reageren? Staan wij dan heel blij vooraan om ons terecht te laten wijzen? Hoeveel regels bedenken wij er soms bij, waardoor Gods Koninkrijk niet zo kan groeien zoals Jezus zou willen?
Als je zo deze gelijkenis gaat lezen, dan krijgt hij een soort kriebeleffect. Een soort gevoel van dat het liever maar even niet over ons moet gaan. Dat kan alleen maar voorkomen worden als we telkens kijken naar hoe Jezus handelde, wat Jezus zei en we dus heel dichtbij Gods Woord blijven leven. Niets anders als toetssteen gebruiken dan Gods Woord. Niet of het goed voelt, want dan kan het wel eens heel snel in de sfeer komen waar het niet meer om de Heer gaat, maar om onze wijngaarden. Zullen we, beseffend wat het Jezus kostte, zo deze spiegel met ons meenemen?
Gebed: Heer, deze gelijkenis is ook voor mij een spiegel. Het is zo makkelijk om te oordelen, maar leer mij telkens heel zuiver naar Uw woorden te leven en dat als maatstaf te hebben in ons leven.