“Is het ons geoorloofd de keizer belasting te betalen of niet?” (Lukas 20:22)
Hoe kun je Jezus met een list vangen? Is er een manier te bedenken dat Jezus in een opgezette val kan trappen? De overpriesters en de Schriftgeleerden hadden blijkbaar de gedachte dat hen dit wel zou lukken. Eigenlijk is het natuurlijk net zo vreemd als dat later Pilatus zegt: “Ik vind geen schuld in Hem”. Nee, lijkt mij nogal logisch, want Jezus is de Zoon van God en Hij heeft helemaal geen zonden. Dus Jezus betrappen op iets dat niet mocht en niet zou kunnen, is niet eens mogelijk.
Maar goed, dat hadden de overpriesters en de Schriftgeleerden blijkbaar niet in de gaten en ze dachten door een paar spionnen op Jezus af te sturen, dat het toch wel zou lukken. Dat is best lastig als je God Zelf met een list wil vangen. Hij doorziet toch alles. Ergens moet Jezus van binnen toch wel gelachen hebben, zou je denken. Hij ziet die spionnen aankomen, Jezus ziet al precies wat er in hun gedachten omgaat en ze komen met een listige vraag bij Jezus. Zelfs die vraag zal voor Jezus geen verrassing zijn geweest.
En Jezus, Hij speelt gewoon het spel mee, net als bij die vraag over de bevoegdheid van Jezus. En deze keer is de vraag of je belasting moet betalen aan de keizer. Nu moet je weten dat het betalen van belasting aan de keizer voor de Joden nogal een puntje was. Want belasting betalen aan je onderdrukker, dat is op zijn zachtst gezegd toch iets dat je niet graag doet. En de Schriftgeleerden kennende zullen ze ook nog wel wat vrome ideeën daarbij gehad hebben.
Dat is ongeveer hetzelfde als christenen die zeggen: “Ik betaal geen belasting, want onze regering doet mee aan abortussen, dus ik werk gewoon zwart”. Ik hoop niet dat jij er zo over denkt. Natuurlijk maakt onze regering keuzes die we moeten afwijzen, maar of dan maar geen belasting betalen de weg is, daar is Jezus wel duidelijk over. Wat ze natuurlijk wilden bereiken was dat Jezus zou zeggen dat het niet hoeft. Het gevolg zou zijn dat de Romeinen Hem dan zouden oppakken.
Het antwoord van Jezus is verrassend. Hij vraagt naar de afdruk die op een munt staat van wie die is. En dan zeggen ze dat dit de afdruk van de keizer is. En dan is Jezus duidelijk: “Wat van de keizer is, geen je ook aan de keizer.” In het Koninkrijk van God gaat het niet om aards geld en werkt het ook niet zo dat omdat je het met een regering niet eens bent, dat je dan ook maar geen belasting gaat betalen.
Jezus’ regel is heel anders: Geef aan de keizer wat van de keizer is, geeft dat geld maar gewoon, maar geef aan God wat van God is. Dan ligt de focus ineens heel anders. Laten we ons vooral druk maken over de vraag of God de eer krijgt die Hij toekomt, of Hij ons leven krijgt dat Hem toekomt, of al ons bezit ter beschikking van Hem staat. En die belasting, betaal dat maar gewoon, want daar heeft de overheid recht op. En Jezus loopt verder, richting Zijn einde.
Gebed: Heer, alles wat ik ben, komt U toe. Daar wil ik in de eerste plaats op gericht zijn en daarnaast de overheid respecteren als Uw dienares.