"De HEERE bezat Mij aan het begin van Zijn weg, al voor Zijn werken, van oudsher." (Spreuken 8:22)
Geloven is God is erg lastig als we beseffen dat eeuwigheid een begrip is dat we niet eens kunnen uitleggen. God is eeuwig geweest. En zelfs in het woord 'geweest' brengen we al weer een tijdsbeperking aan. God is en daarmee is het gezegd, maar niet begrepen. En dan ben je nog niet klaar, want God is niet alleen God, Hij is God in meervoud. Vaak krijg je het gevoel dat Jezus, de belichaming van God, op een bepaald moment is ontstaan, maar ook dat is niet zo.
Er staat in Spreuken wel dat de Wijsheid geboren is, maar dit een slechts een tijdsbepaling die wij nodig lijken te hebben om het te kunnen verwoorden. Want als je in Spreuken 8 leest hoe vers 22 begint dan blijkt dat de Wijsheid niet is ontstaan, God heeft Hem vanaf het begin van de tijd als in bezit gehad. Als je vervolgens doorleest in Spreuken 8 dan blijkt dat de Wijsheid, Gods lievelingskind is. Alle lijnen wijzen naar Jezus, Hij is de belichaming van God oneindige Wijsheid. Als Jezus op aarde rondloopt, vragen de mensen zich af waar Hij Zijn wijsheid vandaan heeft, want Hij is toch maar een zoon van een timmerman? Hij is de Wijsheid van God in Eigen Persoon.
Maar waar is Hij dan ontstaan? Hij is ook niet ontstaan, Jezus is ook altijd geweest. Als mens is Hij op een gegeven moment wel ontstaan, maar als Persoon is ook Hij altijd geweest. Wij komen dan niet verder dan dat we zeggen: Hij was er al voordat de aarde werd gemaakt. Maar daarmee zeg je niet dat Hij eerder is gemaakt, maar daarmee zeg je Bijbels dat Hij ook altijd is geweest.
Toen God in de tijdloze eeuwigheid Zijn plan maakte, was Jezus daar dus al helemaal bij betrokken. Vader en Zoon bedachten samen met hun Geest een plan voor onze wereld. Een plan voor Hun wereld. Een plan waarin Zij Zich zouden kunnen vermaken, maar ook een plan waarin ze een afspiegeling zouden zien van Zichzelf. En ik merk dat, met dat ik deze woorden schrijf, het mij echt begint te duizelen. Maar dit is wel de God waarin ik geloof. Dat is de God Die wij aanbidden. De eeuwige God, Die met Zichzelf heeft overlegd wat Zij zouden maken. Je kunt pas over God als Schepper nadenken op het moment dat je gelooft in deze God. Als God slechts enkelvoudig God zou zijn, zouden wij uiteindelijk op deze aarde reddeloos verloren zijn. Toen God Zijn afspiegeling van Zichzelf ging maken, wist Hij dat wij niet God zouden zijn, met alle risico's van dien.
En in Gods masterplan was ook dit risico gedekt. Het was volmaakt, totdat wij ons hoogmoedig zouden oprichten om niet een afspiegeling van God te willen zijn, maar om als God te willen zijn. En daarom moeten we niet beginnen bij God als Schepper, maar bij God in meervoud. God is in Zichzelf meer God dan Eén persoon. Bevatten zullen we dit nooit, maar we geloven dat God meervoudig is in Zijn Wezen. En daarin ligt al, ver voor onze schepping, onze redding.
Gebed: HEER, ik kom woorden te kort, ik begrijp het niet en ik kan het niet onder woorden gebracht krijgen. U bent die U bent, overvloedig, alles overtreffend en U bent meer God, dan ik ooit kan zeggen.