"Als u eerlijke mensen bent, laat dan een van uw broers gevangen blijven in het huis waar u in hechtenis bent. U echter ga koren brengen om de honger van uw gezinnen te stillen. En breng uw jongste broer naar mij toe." (Genesis 42:19 en 20a)
Als je eerlijke mensen bent, dan... Ja, dat zijn mooie woorden van die onderkoning in Egypte aan de zonen van Jakob. Als jullie eerlijk zijn. Jozefs plan was een plan met een dubbele bodem. Het is voor hem duidelijk dat het tijd is om zijn familie bij hem te krijgen. Maar niet op een manier van wraak, maar wel op een manier dat dingen ook echt opgelost konden worden. En Jozef zet behoorlijk stevig in. Het maakt ze uit voor spionnen en gooit ze allemaal in de gevangenis en uiteindelijk stelt hij dan voor dat ze allemaal gevangen blijven zitten en dat er eentje terug zal gaan naar huis om hun jongste broer te halen.
Toch, na drie dagen gevangenschap stelt Jozef voor dat er eentje achterblijft en de rest teruggaat naar Jakob om hun jongste broer te halen. En dat hoeft toch niet zo erg te zijn? Als je eerlijk bent is dit allemaal geen enkel probleem. Daarbij lijkt het erop dat de broers niet in een kerker zaten, maar in een huis. Dus ze konden het slechter hebben. Maar die woorden van Jozef maken iets los, vooral bij Ruben. "Eerlijke mensen..." Want dat zijn ze niet. Niet dat ze keihard gelogen hebben, maar helemaal kloppen doet het verhaal natuurlijk niet. Want die ene broer die er niet meer is, daarvan hadden ze eigenlijk moeten zeggen: die hebben we verkocht. Ja, dan was het natuurlijk wel klaar geweest, want daar zal zo'n onderkoning geen goed gevoel van krijgen.
Maar wat gebeurt er? Jozef brengt ze met die opmerking goed in de klem. Maar weet je wat Jozef vooral blijft doen? Jozef veroordeelt niet! Jozef blijft gewoon in de zegen staan. Hij blijft gewoon doen wat hij moet doen. Dat hij ze als spionnen ziet, is wellicht ook helemaal niet vreemd als er tien mannen in ene keer voor hem staan. En ondertussen blijft Jozef gewoon hun eigen woorden gebruiken. Hij oordeelt niet, hij blijft zegenen. Hij geeft ze de kans om hun eerlijkheid te bewijzen.
Maar Ruben ziet hier toch ook iets anders in. Ruben beseft dat dit te maken heeft met Jozef. Want wat er nu met hen gebeurt hebben ze ook met Jozef gedaan. Ik geloof dat Jozef hier keuzes maakt waarbij de Heilige Geest hem heel duidelijk heeft gemaakt wat hij moet doen. En God gaat het schuldbesef uitwerken, zonder dat Jozef iets hoeft te doen. En Jozef krijgt de bevestiging van leven in de zegen en zonder veroordeling bezig blijven, er direct bij. Wat zijn broers niet weten, is dat Jozef hen gewoon kan verstaan. En Jozef krijgt daardoor de bevestiging dat deze weg de goede is. God zegent deze weg en laat het Jozef horen dat hij zo verder moet gaan, want zijn broers komen tot besef dat het aan henzelf ligt.
Gebed: HEER, bewaar mij dat ik zou veroordelen om mijn plan door te drukken. U moet overtuigen van zonde en niet ik. Leert U mij om altijd en in alle omstandigheden in de zegen te blijven handelen en doet U de rest.