"Jozef gaf opdracht hun zakken met koren te vullen, bij ieder het geld in zijn zak terug te leggen en hun proviand voor onderweg te geven; en zo deed men voor hen." (Genesis 42:25)
Wat zou je doen met je broers als ze je zo behandeld hebben als dat de broers van Jozef hadden gedaan? Okee, je zou ze misschien wel een kans geven, omdat je heel graag je jongste broertje wil terugzien. Dus doe ze nu nog even niets aan, laat ze eerst Benjamin maar gaan halen. En dan komt de rest later wel. Tenminste, zo zou je toch reageren? Maar dan moet je opletten wat Jozef gaat doen.
Jozef laat wel even duidelijk zien dat er met hem niet te spotten valt. Het is duidelijk dat de broers moeten luisteren en dat er weinig speelruimte overblijft. Maar het besef is er ondertussen wel dat hen nu iets overkomt wat ze ook Jozef hebben laten overkomen. Jozef laat wel zien dat hij nu de regie heeft, al hebben ze nog totaal niet door wie die onderkoning nu eigenlijk is. Simeon moet achterblijven en eigenlijk als je dan doorleest is het te gek voor woorden hoe vader Jakob dan gaat handelen. Nota bene een zoon in gevangenschap die je terug kunt krijgen door je zoons met Benjamin terug te sturen, maar je laat Simeon gewoon zitten en je gaat voorlopig je zoons niet terugsturen. Eigenlijk om dezelfde reden als dat het met Jozef fout ging. Want Benjamin was nu het lievelingetje. Maar goed, nu gaan de broers terug en Simeon blijft achter.
En wat doet Jozef? Jozef blijft zegenen. En ik geloof dat dit het antwoord is waardoor God uiteindelijk de doorbraken gaat geven. Jozef neemt geen moment het recht in eigen handen. Wat doe hij? Hij stuurt ze terug, zodat ze kunnen bewijzen dat ze geen spionnen zijn. Maar hoe stuurt hij hen terug? Als Jozef nu echt gelooft dat deze mannen spionnen zijn, dan stuur je ze toch niet terug op de manier zoals Jozef nu doet? Want wat doet Jozef? Hij geeft koren mee voor hun gezinnen. Hij stuurt ze terug om de honger bij hun gezinnen te stillen, terwijl hij eigenlijk wraak had moeten nemen. En als ze dan al echt in zijn ogen spionnen waren, dan geef je ze toch zeker geen eten mee. Maar dat is Jozef die in zijn bediening van zegen blijft staan. En daarbij doet hij wat hij als broer moet doen, zelfs het geld neemt hij niet aan.
Jozef is geroepen om leven en overvloed te geven, zoals ook Jezus dat later zou doen. Dat is onze roeping. Wij worden niet geroepen om wraak te nemen, maar om leven en overvloed te brengen. God roept ons, om in elke situatie een zegen te zijn. Zelfs als het mensen zijn die je iets hebben aangedaan. En op het moment dat Jozef zegenend blijft handelen, is God gewoon aan het werk om alles recht te zetten. De ruimte die God Jozef geeft neemt, hij, maar hij blijft het wel zegenend doen. En wij hebben overvloed van genade en zegen en daar worden wij geroepen om in elke situatie van uit te delen.
Gebed: HEER, dank U wel dat U mij schuren vol overvloed geeft om van uit te delen. Maar wat vind ik het moeilijk om over een drempel heen te stappen om sommige mensen echt zegenend nabij te zijn. Helpt U mij om als Jezus te zijn.