"Want tegen u, de heidenen, zeg ik: Voor zover ik de apostel van de heidenen ben, maak ik mijn bediening heerlijk, om daardoor zo mogelijk mijn verwanten wat betreft het vlees tot jaloersheid te verwekken en enigen uit hen te behouden." (Romeinen 11:13 en 14)
De volheid van Israël zal straks een heerlijkheid zijn, een ongelofelijk krachtig moment in de wereldgeschiedenis. Maar tot die tijd kunnen we niet veel bereiken onder de Joden. Zending onder de Joden heeft niet veel zin, dat wordt duidelijk als we de woorden van Paulus tot ons laten doordringen. Er ligt toekomst voor Israël en in die toekomst ligt er ook toekomst voor de kerk, maar ondertussen is Israël op dit moment nog wel steeds verhard voor het Evangelie. Als je hier over nadenkt, dan voel je bijna de pijn van Paulus. Zeker voor Paulus, die naar het vlees zelf ook een Jood is. Het zijn in de bloedlijn voor hem broers en zussen. En dit blijft pijn doen.
Toch moeten we er ook niet helemaal passief onder worden. Dat is niet de boodschap van Paulus. Paulus zegt niet: "Omdat ze nu verhard zijn, laat ik het maar gaan zoals het gaat." Hij kiest voor een weg waarvan hij ook heel goed weet dat dit niet veel gaat helpen, maar wat hij ook niet kan nalaten. Paulus kiest ervoor om zijn bediening heerlijk te maken. Zo heerlijk dat sommigen daardoor toch tot geloof komen. Ik begrijp hem, meer dan goed zelfs. Ik loop soms ook in de kerk zo aan tegen een traditie waar het Evangelie ongeveer bij het kruis stopt en ik zie zoveel christenen niet in de vrijheid wandelen. Dat doet pijn en verdriet. Sommigen zeggen dat je daar dan maar rekening mee moet houden en jezelf aan moet passen aan hen.
Weet je wat Paulus doet voor zijn eigen volk? Hij maakt zijn bediening heerlijk. Hij bedoelt niet anders dan dat hij het complete Evangelie voluit, in alle facetten, uitleeft. Hij neemt geen blad voor zijn mond, maar maakt alles van Jezus heerlijk in alles wat hij doet. En worden ze daardoor allemaal gered? Nee, degenen die onder een bedekking leven zijn allemaal niet te bereiken, dat begrijpt hij echt wel, maar dan doet hij het om sommigen uit hen te behouden.
Dit raakt mij, dit is zo tegengesteld aan hoe wij zouden reageren. Wij zouden reageren in aanpasgedrag. Want het schept misschien wel weerstand. Die is er toch wel. Van Jezus moet het overgrote deel van Israël echt niets hebben, maar de verkondiging van het Evangelie, met de Goddelijke tekenen die erbij komen, maken wel dat enkelen zien dat Jezus echt de Messias is. Zo wil Paulus het volle Evangelie laten horen en zien. Dan is het maar voor enkelen die toch zullen zeggen: "Ja, dit is echt." Voor die enkelingen zal Paulus zijn bediening heerlijk maken. Tot het moment dat Israël uiteindelijk door God Zelf van de bedekking zal worden verlost. En op dat moment, dan zal heel Israël van dat moment tot geloof komen. Maar tot die tijd, mogen wij Israël, maar ook medechristenen die vast zitten onder een bedekking, laten zien hoe groot Jezus is.
Gebed: Vader, Een bedekking van religie is bijna ondoordringbaar. Hij zal alleen verdwijnen als U hem oprolt. Maar al zijn het dan maar enkelen onder die bedekking, ik wil door mijn bediening hen zo jaloers maken dat die enkelingen toch behouden worden.