"Toen zij opstond om weer aren te gaan rapen, gebood Boaz zijn knechten: Laat haar ook tussen de schoven rapen en val haar niet lastig. Ja, laat opzettelijk voor haar wat vallen uit de bundels aren en laat het liggen, zodat zij het op kan rapen, en bestraf haar niet." (Ruth 2:15 en 16)
Je zou bijna zeggen: Zo vader, zo Zoon. Boaz als de verre voorouder van Jezus lijkt in alles al te leven naar zijn grote Voorbeeld, naar zijn Redder Die straks zou komen. Boaz heeft Ruth net bemoedigd en getroost, hij heeft haar verteld dat hij gezien heeft hoe zij, als een heidense vrouw, gezorgd heeft voor Naomi en hij heeft haar gezegend. Daarna mocht zij gewoon aan tafel aanschuiven bij Boaz en zijn personeel. Dat is al bijna niet voor te stellen. Daar klopt toch gewoon niets van? Eigenlijk is het nog gekker, want zelfs van de tafel waar zij mocht mee-eten, hield ze over. Iets van: je mag ergens mee-eten, je houdt over en dat mag je nog meenemen ook. Maar Boaz is ook nog een beetje stiekem.
Nadat Ruth door Boaz getroost en bemoedigd was en ook nog van middageten was voorzien, gaat het werk gewoon weer verder. Er zijn van die momenten dat je gewoon even dichtbij Jezus mag zijn, Hij je onderweg even meer dan genoeg geeft van Zijn overvloed, misschien wel het moment dat Hij Zijn lichaam en bloed deelt met Zijn gemeente. Maar daarna is er toch echt gewoon weer het werk op de akker. Maar Boaz fluistert, zonder dat Ruth het weet, zijn knechten iets in. Hij geeft hen de opdracht om Ruth tussen de schoven te laten rapen, maar nog meer, ze moeten ook per ongeluk wat meer op de grond laten vallen voor Ruth.
Het mag duidelijk zijn dat Ruth alleen maar de aren mocht rapen die op de grond gevallen waren. Zo had God het bepaald. Maar tussen de schoven dat was niet de plaats waar de arenrapers mochten komen. Ze mochten achter de schovenbinders aan, maar niet er tussen lopen. Dat zal ongetwijfeld vaak wel gewoon gebeurd zijn, met het wegsturen wat daarbij het gevolg was. Maar Ruth mag daar nu wel komen. En zonder dat Ruth het weet, laat Boaz op zijn akker extra aren vallen.
Dit is precies wat Jezus doet, terwijl wij hier op deze aarde onze aren rapen tot de dag van Zijn komst. Wij lopen onze aren van hoop te rapen, en ondertussen fluistert Jezus Zijn knechten in: "Laat af en toe maar wat extra vallen, zodat ze genoeg hebben voor onderweg." En die plaats tussen de korenschoven is misschien wel de plaats waar God ons soms dichtbij laat zien wat Hij ondertussen aan het voorbereiden is van de grote toekomst die er aan gaat komen. Hij laat ons toe tussen de schoven en Hij laat extra voedsel vallen voor onderweg. Dat zijn soms van die geestelijke verrassingen, waarin je plotseling dingen ziet, ervaart, profetisch weet, die je nooit had kunnen bedenken. En daarbij blijkt het wonder van het Kruis altijd meer te zijn dan dat je dacht te kunnen rapen. Jezus kwam om overvloed te brengen, en Boaz laat het Ruth al zien.
Gebed: Jezus, U bent overvloed, U bent leven, U bent genoeg, U geeft meer dan ik kon bedenken, U bent alles en meer! Ik dank U, dat U altijd meer geeft, dan wat ik dacht dat het zou zijn.