"En zie, Boaz kwam uit Bethlehem, en zei tegen de maaiers: De HEERE zij met u! En zij zeiden tegen hem: De HEERE zegene u!" (Ruth 2:4)
Ruth heeft de keus gemaakt om de hoop die God geeft in de gersteoogst aan te pakken. Ruth is op weg gegaan, terwijl Naomi nog het toonbeeld is van hopeloosheid. Het zou kunnen dat Naomi te oud was om mee te gaan naar de akker, maar het kan ook goed zijn dat zij eigenlijk helemaal het nut er niet meer van in zag om op te staan. Ruth gaat haar in ieder geval voor in geloof en vertrouwen. En dan blijkt dat God er voor zorgt dat zij op de akker van Boaz terecht komt. Het overkwam haar, zonder dat zij daar naar zocht.
Overigens wist Ruth nog niet wat wij in vers 1 van hoofdstuk 2 hebben gelezen. Daar wordt voor ons de naam van Boaz al genoemd, maar dit is extra informatie voor de lezer, terwijl Ruth er geen benul van heeft dat er nog een bloedverwant is en al helemaal niet dat dit iemand is met een groot bedrijf. En ook Naomi heeft daar tot op dit moment niet bij stilgestaan. Je zou vers 1 dus even helemaal uit het verhaal moeten houden om objectief te kunnen meemaken wat er gebeurt.
Straks als Ruth thuiskomt zal ze over Boaz beginnen te praten, maar dat doet ze niet zomaar. Want dat zij zich Boaz herinnert en dat zij bij hem op de akker blijft, heeft alleen maar te maken met wat Boaz doet! Ze heeft verwachting gekregen van Boaz en vanuit die verwachting is ze gaan leven. Want als Boaz de dingen doet, die hij in hoofdstuk 2 doet, dan heeft dat bij Ruth verwachting gegeven. En waar die verwachting uiteindelijk op uitkomt maakt nog niet eens uit. Voor dit moment weet Ruth dat ze een plaats heeft waardoor zij en Naomi in ieder geval kunnen leven. Waar het uitkomt, daar weet Ruth nog niets vanaf. Ze weet niet eens dat Boaz een bloedverwant is, ze weet niets, behalve dat Boaz opvalt in zijn handelen.
Wat doet Boaz? Het begint al aan het begin. Deze landbouwer heeft hart voor zijn knechten. Hij zegent ze voordat ze op pad gaan. Welke werkgever zegt tegen zijn personeelsleden voordat ze op weg gaan: De HEER zegene je! Boaz geeft hierin al verwachting voor Ruth. Nee, Ruth was helemaal niet bezig met een huwelijk met Boaz, dat hebben wij gelijk in ons achterhoofd. Ruth zag alleen hoe Boaz was en daarom bleef ze op de akker. Er komt nog meer bij, maar hier begint het wel. En waarom hebben wij verwachting van Jezus? Niet om de heerlijkheid die we straks ontvangen, want we weten niet eens wat ons te wachten staan in Gods heerlijkheid, maar we blijven bij Jezus omdat we zien Wie Hij is in wat Hij doet. Dat maakt dat we op Zijn akker blijven. Geloven is niet vasthouden aan wat we denken dat er komt, maar geloven is vasthouden aan wat we zien van Jezus! En dan begint Jezus met de Zijnen te zegenen voordat ze op weg gaan. Deze Jezus, dat belooft wat, dat geeft verwachting!
Gebed: Jezus, als ik naar U kijk, dan weet ik: bij U wil ik blijven, U geeft mijn leven perspectief, U geeft mijn leven hoop en verwachting.