"Ruth, de Moabitische, zei tegen Naomi: Laat mij toch naar de akker gaan en aren rapen achter hem in wiens ogen ik genade zal vinden. En zij zei tegen haar: Ga, mijn dochter." (Ruth 2:2)
Wat doen we met tekenen van hoop? Wat doen we in de Adventstijd als we bewust stilstaan bij Jezus die gaat komen? Als we nu al de tekenen zien dat het Koninkrijk er is, als we nu al de tekenen zien die aangeven dat Jezus eraan gaat komen? Je moet dat eens even vast proberen te houden. Het Koninkrijk van Jezus Christus is er al gekomen en zal straks volmaakt komen. Wat doe je met die tekenen van hoop? Je kunt er twee dingen mee doen.
Het eerste wat je kunt doen is gaan bekijken hoe verschrikkelijk de situatie in deze wereld of in je leven is. Alles is zinloos, alles is leeg en het is eigenlijk niet leefbaar. De hele wereld is op zichzelf gericht, moord en doodslag is orde van de dag en wat zie je eigen van God? Zo kun je denken en heel veel eindtijdpreken hebben deze toon. Ik zou zeggen, dat is een Naomi-toon. Dan ga je erbij zitten en bekijk je hoe verschrikkelijk het allemaal is.
Het tweede wat je kunt doen is iets van wat we bij Ruth zien gebeuren. Bij Ruth, de Moabitische. Bij Ruth, die heidense vrouw die maar erg weinig weet van de God van Israël. Wat doet zij? Zij pakt de hoop die er is met twee handen aan. Ze gaat zich bewegen in de hoop die God geeft. Ze staat op en gaat aren rapen. Ze gaat dat wat er is overgebleven van de oogst, verzamelen en zorgt op die manier voor het levensonderhoud voor Naomi en haarzelf. Ze doet dus iets met het teken van hoop dat God geeft.
God roept ons niet op om neerslachtig om ons heen te kijken en dat we zouden moeten wachten op het einde. God roept ons op, om net als Ruth, op te staan en de tekenen van hoop aan te grijpen. En of dat nu het Koninkrijk van God is, dat begint door te breken, of dat het die kleine dingen in jouw situatie zijn die iets van hoop geven, God roept ons op om de hoop die Hij geeft op de toekomst, werkelijk met twee handen aan te pakken. We worden niet opgeroepen tot een passieve houden, maar tot een houding waarin we de hoop die God geeft, serieus nemen en op basis van de hoop weer gaan leven.
Hoop is niet het volmaakte, want dat moet nog komen, maar hoop is de belofte van het volmaakte, waarvan nu al onderdelen zichtbaar zijn. Ruth doet het ons voor en zij gaat aren rapen tijdens de gersteoogst. Zij gaat werkelijk geloven dat God geeft wat zij nu nodig heeft. En eigenlijk zegt God: Kijk eens naar buiten, er staat weer koren op het land en daarmee beloof Ik dat Ik naar Juda omzie. Zie de tekenen van het Koninkrijk, zie de tekenen van de tijd, het is de komst van het volmaakte Koninkrijk nog niet in zijn volheid en het is ook de komst van Jezus nog niet, maar het is de belofte dat het wel zal komen.
Gebed: Jezus, ik zal opstaan en ik zal mij uitstrekken naar elk teken van het Koninkrijk en ik zal verlangend zijn naar Uw komst die straks zal komen.