"Het manna hield de volgende dag op, nadat zij van de opbrengst van het land gegeten hadden. En de Israëlieten hadden geen manna meer, maar zij aten in dat jaar van de opbrengst van het land Kanaän." (Jozua 5:12)
Je zou bijna aan zo'n tekst voorbij lezen. Het is bijna een droge constatering: het manna hield op. In de woestijn was het manna er elke ochtend geweest. God had geen dag overgeslagen om Zijn volk te eten te geven. Elke dag was er precies genoeg. En nu zijn de door de Jordaan heen gegaan, ze zijn in het beloofde land en ook dan blijkt het manna nog even door te gaan. Totdat ze de woestijn echt achter zich hadden gelaten. En het is opmerkelijk dat dit pas zover is als elke Joodse man besneden is en ze het Pascha gegeten hadden. Pas daarna hield het op. Juist op dat moment dat ze aten van de opbrengst van het land dat zij niet hadden geplant.
Het was eigenlijk het moment dat God zei: het feit dat jullie een niet besneden volk zijn heeft te maken met de woestijnreis, maar nu ben je in het beloofde land en nu moet je eerst het teken ontvangen dat je Mijn volk bent. En het tweede dat ze in het beloofde land doen is bedenken waar ze uit gered zijn. En op dat moment stopt God met zorgen voor dagelijks voedsel. Want op dat moment kan het volk eten zoveel als ze willen.
Zolang wij in de woestijn zijn, zal God dagelijks te eten geven. Telkens weer zullen Zijn woorden tot ons komen. Woorden die we in geloof mogen aanvaarden. Woorden die we door het geloof aanpakken, woorden van verzoening, vergeving en genade. Maar dat blijft niet eindeloos zo doorgaan. God zal daar straks ook bij ons mee stoppen. Het leven blijft voor Zijn kinderen niet altijd een woestijnleven. Straks steken wij de laatste rivier over en gaan we door de dood heen, het leven in. Het leven waarvan Openbaring zegt dat we een nieuwe naam krijgen. Niet langer onze woestijnnaam, maar onze hemelse naam. En bedenkend waar God ons uit heeft gehaald, zullen Zijn Woorden van genade stoppen en hoeven we niets meer door geloof aan te nemen. Dan zullen we altijd verzadigd zijn met Gods beeld!
En deze tekst van vandaag, daar zou je zo aan voorbij lezen, maar het is al iets van de afspiegeling van het hemelse leven. Er zal altijd overvloed zijn en we eten daar letterlijk en figuurlijk van dat wat we zelf niet geplant hebben. Het zullen daar in het hemelse Beloofde Land dingen zijn waar God Zelf voor heeft gezorgd. Al van voor de eeuwigheid. En het manna hield de dag, nadat ze gegeten hadden van de vruchten van het land, op.
Israël komt niet met honger in het beloofde land. Verzadigd met die beetjes voedsel van onderweg komen ze binnen. En in geloof krijgen wij nu nog onze beetjes, totdat we straks eeuwige overvloed zullen hebben. We komen verzadigd binnen, om nooit meer van beetjes te leven, maar altijd van de overvloed.
Gebed: God, U geeft nu al wel genoeg om te leven, maar straks zullen we overvloed hebben en zullen we helemaal verzadigd worden met Uw beeld! Nu al gedeeltelijk en straks volkomen.