"Hij zei: Nee, maar Ik ben de Bevelhebber van het leger van de HEERE. Nu ben Ik gekomen." (Jozua 5:14a)
Ken je de geschiedenis van Jericho? Ik denk dat iedereen deze geschiedenis wel kent, maar kennen we ook de ontmoeting die daar aan vooraf gaat. De ontmoeting tussen Jozua en een onbekende Man. Vaak beginnen we het verhaal over de inname van het bolwerk Jericho bij het lopen van de rondjes rond de stad. Maar de geschiedenis begint op een heel ander punt. Het lastige is als we bij het lopen van de rondjes rond de stad beginnen dat er eigenlijk op het eind iets gebeurt dat niet te plaatsen is. Want Israël zal vast hard gejuicht hebben, maar dat hierdoor de muren plotseling instortte is dan wel heel bijzonder. Er gaat echter wat aan vooraf.
Blijkbaar was Jozua op verkenningstocht naar Jericho. Op dit moment weet Jozua ook werkelijk nog niet op welke manier hij dit bolwerk moet gaan innemen. Gezien het feit dat Rachab in haar huis op de muur woonde, was Jericho een zwaar versterkte stad. En op dat moment krijgt Jozua een letterlijke ontmoeting met een man. Een man die met zijn zwaard getrokken voor hem staat. En Jozua vraagt dan: "Bent u er één van ons of van de tegenstander." En het antwoord dat hij krijgt is uiterst vreemd. Het antwoord is 'nee'. Deze man is van geen van beiden.
Maar gelukkig stelt hij zich verder wel voor. Hij is de bevelhebber van het leger van de HEERE. Wat een antwoord. Maar dit antwoord zet wel gelijk alles in een ander licht. Het betekent namelijk dat er niet in de eerste instantie een strijd gaande is waarin Israël het beloofde land gaat innemen, maar het gaat in de eerste plaats om een geestelijke strijd. Achter dat wat straks zichtbaar wordt, zit een strijd die niet van deze aarde is, maar een strijd die zich afspeelt in de hemelse gewesten. Want de bevelhebber van het leger van de HEERE is de bevelhebber van het engelenleger van God.
Het bolwerk Jericho is dus niet in de eerste plaats de stad Jericho, maar de geestelijke macht die wil voorkomen dat Israël zijn land dat God heeft beloofd terugkrijgt. En dat is ook nu nog steeds zo. Het zijn niet degenen die tegen Israël zijn, maar het is de geestelijke strijd die er woedt dat Israël niet terug mag naar haar eigen land.
En daarnaast woedt er dus een strijd, die zich wel uit een aardse strijd, maar er zit een laag onder: de geestelijke strijd van het Koninkrijk van het Licht tegen het koninkrijk van de duisternis. Dat gebeurt er en niet alleen toen, maar ook in heel veel oorlogen en ruzies nu. Ook als jij bolwerken tegenkomt in je leven, bolwerken in je denken, bolwerken die Gods werk tegenstaan op welke manier dan ook. Het zijn geestelijke oorlogen. En nu krijgt Israël wel een opdracht, maar de overwinning wordt behaald door het leger van God! God voert dus Zelf de strijd en wij hoeven alleen maar te luisteren naar ons aandeel daarin.
Gebed: HEER, het is ook nu Uw strijd! Elke strijd tegen U Koninkrijk is Uw strijd. Ik wil doen wat U vraagt, maar wel delend in de overwinning wil ik overwinnend winnen met U. En U hebt al overwonnen en ik zal de overwinning slecht hoeven op te eisen.