"Het volk juichte, toen zij op de bazuinen bliezen. En het gebeurde, zodra het volk het bazuingeschal hoorde, dat het volk een luid gejuich aanhief. En de muur stortte in en het volk klom de stad in, ieder recht voor zich uit, en zij namen de stad in." (Jozua 6:20)
Heb jij weleens echt gejuicht voor God? De eerste keer dat ik dit meemaakte wist ik niet zo goed wat ik daar mee aan moest. Juichen voor God. Juichen zoals er in een stadion wordt gejuicht bij een overwinning. En dan niet omdat er een team wint, maar juichen omdat God wint. Het is wel vreemd dat we in de psalmen het woord juichen heel vaak tegenkomen. Wat zou je er van denken dat als het Nederlands elftal scoort dat er niet gejuicht zou worden in het stadion? Of misschien wel thuis op de bank? En dat zijn dan maar een paar mensen op een veld, maar nu God. Wat doen wij als God wint?
Misschien denk je: doe normaal, dit klopt toch niet? Dit klinkt eigenlijk oneerbiedig. Dat zou je kunnen denken, maar toch is het wel heel vreemd dat we wel kunnen juichen voor een paar mensen, maar niet voor God. Terwijl dat de overwinning van God vele malen groter is dan welke sporttitel dan ook op deze aarde.
Het volk Israël kreeg op de opdracht om te juichen. En misschien had je tot gisteren nog kunnen zeggen: dat is zodat de muren van Jericho zouden instorten en dat is het geloof dat God dan iets zou doen. Maar na gisteren, toen we nadachten over de bevelhebber van het leger van de HEER, wordt dit wel wat lastiger. Want het juichen van het volk was geen juichen in de zin van 'zo hard schreeuwen dat daardoor de muren zouden omvallen'. Het volk moest een overwinningsgejuich aanheffen.
Daarvoor hadden ze zes dagen lang een rondje om de stad gelopen en op de zevende dag hadden ze dat zeven keer gedaan. Niet stampend, niet schreeuwend naar de wachters op de muur, maar in alle stilte. Wat die wachters op de muur gedacht hebben weet ik niet, maar vreemd zullen ze het wel gevonden hebben. Maar achter die stilte en onzichtbaar in de stad was er wel degelijk iets gaande. Geestelijk gezien werd de macht van satan al verslagen door het leger van de HEER, waarvan de bevelhebber met Jozua had gesproken.
Wat moest het volk uiteindelijk dus doen? Ze moesten juichen omdat de overwinning een feit was. De muren rondom de stad hadden niets te maken met de overwinning, die God Zelf tot stand bracht. De muren waren slechts een belemmering om alles met de ban te slaan. Maar nu wij... want wat geloven wij van de overwinning die Jezus heeft gebracht en durven wij in geloof de overwinning te vieren. Welke macht van satan heeft het nog voor het zeggen in ons leven, in onze omstandigheden? Geen enkele macht meer als wij deze juichend in geloof omver halen! Bolwerken worden geslecht omdat Jezus overwonnen heeft. En juichen voor de overwinning, ja, heel, heel graag! Want Jezus bracht de overwinning en daar steekt elke sportoverwinning uiterst schrik tegen af. Juich voor de HEERE, ganse aarde, juich!
Gebed: HERE God, ik juich voor U, ja ik barst uit in gejuich omdat U overwonnen heeft en de overwinning van U is. En wij zullen overwonnen land innemen omdat door het geloof in deze overwinning, elke muur wordt neergehaald, ieder bolwerk afgebroken, U overwon!