Serie: Tweede brief van Petrus
“Maar ik zal mij ook voortdurend beijveren dat u na mijn heengaan deze dingen in gedachten blijft houden.” (2 Petrus 1:15 – HSV)
“En ik doe er mijn uiterste best voor dat u zich dit alles ook na mijn heengaan steeds weer voor de geest zult kunnen halen.” (2 Petrus 1:15 – NBV21)
Welke herinnering wil jij dat er na jouw dood blijft bestaan? Heb je daar wel eens over nagedacht? Ik heb in mijn leven al best vaak nagedacht over de vraag op welke manier mijn leven impact heeft voor Gods Koninkrijk. Op welke manier doet jouw leven er hier op aarde toe? Toch, tegelijk, is er een heleboel waarvan je misschien ook wel denkt: Was het dat nu? En impact tijdens je leven is de ene kant, maar impact na je leven. Welke dingen moet dat dan over gaan? Als je Petrus’ brief leest dan wordt wel duidelijk op welke manier Petrus herinnert wil worden.
Misschien heeft Petrus wel vaak gedacht dat de verloochening van Jezus in zijn leven het meeste impact heeft gehad. Impact, ook omdat er velen zijn die zich hierin ook herkenden en misschien is dit stukje van het leven van Petrus wel het meest bemoedigend voor gelovigen zoals jij en ik die ook niet in alle omstandigheden overeind blijven. Als je de brief van Petrus leest is hij in een ander deel van zijn leven terecht gekomen. Hij is op het punt gekomen dat hij beseft dat zijn leven er weleens bijna op kan zitten. Hij heeft het erover dat zijn tent bijna afgebroken gaat worden. Wel een heel mooi beeld hoe hij zijn leven ziet. Het is niet een huis van steen, maar een tent. Je kunt hem zo opbreken om ergens anders weer neer te zetten. Niet vast aan deze wereld.
Het enige dat Petrus dan nog wil is dat ze hem blijven herinneren als die man die hen telkens opwekte en aanspoorde om een vruchtbaar leven te leven waarbij ze beseffen dat ze daardoor hun roeping en verkiezing vaster en vaster maken. Daardoor word je in rijke mate toegang verleend tot het eeuwig Koninkrijk van Jezus Christus. Daarmee bedoelt hij niet alleen het Koninkrijk dat er straks zal zijn en dat je mag binnenkomen, maar ook het Koninkrijk dat er nu al is. Het eeuwig Koninkrijk van Jezus is niet alleen straks, maar daar deel je nu al in als je in Hem gelooft. Met andere woorden: Die toegang tot dat eeuwig Koninkrijk gaat ook over hier en nu. Daar krijg je nu al toegang toe. Nu deel je daar al in en deel je daar al van uit. De wonderen van nu, zijn tekenen van straks, maar dat staat niet los van elkaar.
Petrus zal deze dingen net zo lang blijven zeggen totdat ze er allemaal naar leven, maar dat niet alleen, hij wil dat ze dit van hem blijven herinneren, tot zijn tijd hier op aarde voorbij zal zijn. Dat is waar hij ook ons in aan wil sporen, en in die lijn leg ik vandaag ook de vraag bij jou neer waar ze jou straks aan moeten herinneren als jouw tent is afgebroken en je een eeuwige woning in het Vaderhuis hebt betrokken. Het is niet alleen de toegang tot het Koninkrijk hier en straks, maar ook of wij net zo de anderen aansporen om daarnaar te leven en die roeping en die verkiezing vast te maken. Onderdeel zijn van dat Koninkrijk is ook het verlangen dat Petrus heeft willen delen. Het verlangen dat we met elkaar, door een vruchtbaar leven, de toegang tot het eeuwige Koninkrijk hier doorlopend al zullen hebben, maar ook daaraan zullen verder bouwen.
Petrus is er niet meer, maar laten wij ons dan nu beijveren om dat wat hij ons leert in zijn brief ook anderen weer in gedachten te laten houden. We doen het met hetzelfde verlangen als Petrus en als wij er dan straks niet meer zijn zullen ook onze woorden als gedachten achterblijven voor degenen die aan onze zorgen zijn toevertrouwt.
Gebed: Heer, laat mij net als Petrus woorden spreken die in Uw Koninkrijk impact zullen hebben en anderen zullen blijven herinneren.