Thema: Door de wind
“Maar toen hij op de sterke wind lette, werd hij bevreesd, en toen hij begon te zinken, riep hij: Heere, red mij!” (Mattheüs 14:30 – HSV)
“Maar toen hij op de sterke wind lette, werd hij bevreesd, en toen hij begon te zinken, riep hij: Heere, red mij!” (Mattheüs 14:30 – NBV21)
Een verhaal wat heel dicht aan ligt tegen het verhaal van de storm op zee, is dat andere verhaal van een storm op zee. Waar het in het eerste verhaal duidelijk is dat er duistere machten meespelen en waar Jezus de macht over heeft, daar is dat in het andere verhaal niet zo duidelijk aanwezig. Toch als je er vanuit gaat dat de stormen in de Bijbel symbool staan voor de duisternis, dan leer je van het andere verhaal nog een les. Het verhaal van Petrus die op het water loopt. En ik geloof dat het ook belangrijk is om de geestelijke symboliek hier te begrijpen. Te meer omdat ik toch wel regelmatig mensen spreek die zeggen dat ze tot God bidden of Hij de duivel wil weren uit hun leven. En is dat wel zo Bijbels?
Wellicht kijk je nu even bedenkelijk, want Jezus leert ons immers ook bidden: Verlos ons van de boze. Of moet je daar vertalen: Verlos ons van het kwaad? In dat geval is het niet satan, maar het kwaad dat in ons zit. Daarnaast is ook opmerkelijk dat Jezus Zijn discipelen de macht geeft over de totale legermacht van de vijand. Als je daar over nadenkt, kom je tot de conclusie dat Jezus eigenlijk zegt: “Satan in je leven of in je omgeving? Daar heb Ik jou alle autoriteit voor gegeven. Spreek het aan in Mijn Naam”. Kijk dan eens met die ogen naar het verhaal van Petrus op het water.
De discipelen krijgen eigenlijk allemaal hier een les, niet alleen Petrus. Alleen Petrus durft de stap in geloof te zetten, terwijl de andere dat niet doen. Het stormt opnieuw en ze hebben de wind tegen. Er zijn twee verschillende versies van dit verhaal in de Evangeliën. Bij de een lijkt Jezus voorbij te lopen over het water, terwijl Mattheüs daar niets over schrijft. Jezus loopt over het water en laat zien dat Hij heerst over de machten van het kwaad. Hij is sterker en deze machten zijn aan Hem onderworpen.
Als Jezus dan bij het bootje komt, vraagt Petrus of hij ook op het water mag lopen. Hij vraagt of Jezus hem bevel wil geven. Met andere woorden: Petrus wil op gezag van Jezus ook op het water lopen en heersen over deze machten. Op het moment dat Jezus hem bevel geeft, heeft hij ook die volmacht en loopt ook hij over het water. In de Naam van Jezus hebben we Zijn volmacht om te heersen over de duistere machten. We hebben Zijn autoriteit gekregen. En dat gaat goed, tot het moment dat je naar die duisternis kijkt. Petrus let op de wind en dan is het gelijk mis.
Het letten op die wind zorgt dat Petrus begint te redeneren. Het is ook niet normaal dat je over het water loopt, maar als je bedenkt dat wind en water een diepere betekenis heeft, dan zou het wel logisch moeten zijn dat je in de Naam van Jezus Zijn autoriteit heeft over de machten van de duisternis. Daarom noemt Jezus Petrus ook hier een kleingelovige.
De les die we hierin leren is dat elke macht en kracht in de Naam van Jezus aan ons onderworpen zal zijn, alleen moet je dat wel geloven. Je ziet ook in de situatie met de maanzieke jongen dat de discipelen niet konden helpen vanwege hun ongeloof. Dat zegt Jezus nooit bij genezingswonderen, maar altijd als het gaat over de machten van de duisternis. Daar komt het aan op je geloof of jij durft te vertrouwen dat die machten in de Naam van Jezus ook aan jou onderworpen zullen zijn. Dat zal alleen zo zijn als je op Jezus blijft zien en je niet laat afleiden door de omstandigheden. Natuurlijk zijn die omstandigheden bedreigend en voelt dat zo, maar als je weet dat Jezus groter is dan die omstandigheden, dan is het helemaal niet dreigend. Jezus ging zelfs slapen in het tumult. En nu leert Hij jou niet alleen dat de machten aan Hem onderworpen zijn, maar Hij leert je dat jij deelt in Zijn autoriteit.
Gebed: Heer, ik dank U voor Uw autoriteit over elke macht en kracht van de vijand.