Thema: Terugkeer
“Want als u zich tot de HEERE bekeert, zullen uw broeders en uw kinderen barmhartigheid vinden bij hen die hen als gevangenen weggevoerd hebben, zodat zij in dit land zullen terugkomen. De HEERE, uw God, is immers genadig en barmhartig, en zal het aangezicht niet van u afwenden als u zich tot Hem bekeert.” (2 Kronieken 30:9 – HSV)
“Want als u terugkeert tot de HEER, zullen uw verwanten en uw kinderen genadig behandeld worden door degenen die hen hebben weggevoerd, en zullen ze weer naar dit land mogen terugkeren. De HEER, uw God, is immers genadig en liefdevol; als u naar Hem terugkeert, zal Hij zich niet van u afwenden.’” (2 Kronieken 30:9 – NBV21)
Als er een volk op deze wereld is dat op de meest verschrikkelijke manieren God heeft getergd met hun gedrag, dan is het Israël. Misschien dat andere volken wel erger zijn geweest, maar een volk dat het beter wist wat God van hen vroeg kun je niet bedenken. Israël wist als geen ander hoe trots God was op Zijn volk. Het laatste dat zij daarom zouden moeten bedenken is om God te tergen met hun gedrag. Er zijn een paar regeringsperiodes verstreken en het is er in Juda en in Jeruzalem niet beter op geworden. En zelfs als God met straffen komt, lijkt het Tweestammenrijk Juda, daar niets aan te veranderen.
Het lijkt allemaal wel even goed te gaan tot koning Achaz het voor het zeggen krijgt. De puinhoop in het land is compleet. In zestien jaar tijd haalt hij alles overhoop dat overhoop te halen is. Hij keek naar het Tienstammenrijk, waar de puinhoop al veel langer meer dan verschrikkelijk was en zelfs zijn zonen offerde hij. Je kunt het niet verschrikkelijker bedenken. Dan komt koning Aram in beeld en die verslaan hem en alsof dat nog niet erg genoeg is, worden ze ook nog eens uitgeleverd aan het Tienstammenrijk. Doordat er een profeet opstaat voorkomt God wel dat het Tienstammenrijk, Juda als slaven in dienst neemt.
Je zou zeggen: Nu is het klaar met Juda. Nog ene grote klap en er is niets meer over. Maar dan komt Hizkia op het toneel. Midden in deze puinhoop kiest hij ervoor om wel God te dienen zoals het moest. Hij wacht het niet eens af, maar gelijk in de eerste maand van zijn regering begint hij de tempel te reinigen, hij herstelt de offerdienst en begint weer opnieuw. Toch stopt hij hier niet, maar doet hij wat geen koning deed. Hij wil het Pesach feest ook weer instellen, maar niet alleen voor het Tweestammenrijk van Juda. Hizkia beseft dat het Tweestammenrijk slechts een deel is van het hele Israël en dat ook het Tienstammenrijk erbij hoort.
Hizkia laat beide delen van Israël dezelfde opdracht brengen en roept hen op om het Pesach opnieuw te gaan vieren. Waarom, omdat de HEER genadig is en als zij naar Hem terugkeren, Hij Zich niet van hen zal afwenden. Na de puinhoop van de laatste jaren, wil Hizkia maar één ding: Niet dat Jeruzalem en de gemeente in Jeruzalem terugkeert tot God, maar dat heel het volk zal terugkeren tot God. Het begon in Jeruzalem met het herstellen van de tempel en de offerdienst en heel de gemeente in Jeruzalem deed mee en keerde zo terug tot God. Toch blijft het daar voor Hizkia niet bij.
En weet je, dit is een les over terugkeer, ook voor ons. Laten wij onze heiligdommen maar opnieuw heiligen, zoals Hizkia met de tempel deed. Laat de kerk in Nederland zich ook eerst reinigen van alle zonden in de breedte van de kerk. Terug naar de HEER, ook wij. Het probleem in onze samenleving begint niet in de breedte, het begint bij ons. Waar wij ontrouw zijn aan God, kunnen wij ook Zijn zegen niet langer uitdelen. De andere kant is ook waar dat als wij oprecht en met heel ons hart terugkeren, we daarna ook vrijmoedig heel ons volk mogen oproepen. Steeds meer geloof ik dat die principes de basis moeten zijn. Zeg dan niet te snel dat jouw kerk het goed doet. Zolang er ethische thema’s zijn waar we met elkaar tot op het bot toe over verdeeld zijn, dan gaat er nog steeds iets niet goed. Laten we opnieuw terugkeren naar de HEER!
Gebed: HEER, U vraagt ons eerst om oprecht en met heel ons hart terug te keren naar U, om daarna ook ons hele volk daarin mee te nemen.