Serie: Gelukkig met de psalmen
“Halleluja! Welzalig de man die de HEERE vreest, die grote vreugde vindt in Zijn geboden.” (Psalm 112:1 – HSV)
“Halleluja! Gelukkig de mens die ontzag heeft voor de HEER en grote liefde voor zijn geboden.” (Psalm 112:1 – NBV21)
Je hebt van die oude woorden die een gevoel geven dat niet helemaal klopt, maar die je tegelijkertijd ook weer niet echt kunt vervangen. Zo’n woord als ‘vrezen’ is zo’n woord. Je zou kunnen denken dat dit woord iets te maken heeft met angst, maar aangezien angst niet iets is dat van God komt, is het nogal vreemd als Hij zou willen dat we angst voor Hem hebben. Als je de NBV21 er naast legt lees je dat het om ontzag gaat, maar of dat nu helemaal is wat het is, kun je je ook wel weer afvragen. Toch is het wel belangrijk om te weten hoe dit nu echt zit, want je bent gelukkig als je de HEER vreest.
Je merkt wel dat ik het woord ‘vrezen’ nog niet direct heb opgegeven. Misschien lopen we hier ook wel gewoon tegen onze beperkingen aan met onze taal. Angst gaat te ver, ontzag is het misschien niet. Als je naar de vertaalkeuzes van de NBV21 in het Nieuwe Testament kijkt, ontdek je dat er dan vertaalt wordt met ‘eerbied hebben’. Eigenlijk is vrezen van de HEER zoiets als intens ontzag, vol eerbied, met daarbij het diepe besef dat als je dit niet hebt, het ook gevolgen zal hebben, maar dat zonder dat je in angst zou uitkomen. Er hoort ook iets van het besef bij dat het ontbreken van dit ontzag desastreus is. Je voelt wel aan dat het voor ons bijna onmogelijk is om dit weg te houden uit de sfeer van angst.
Juist als je psalm 112 begrijpt en kunt plaatsen, wordt juist dit lastige woord wellicht toch iets eenvoudiger te plaatsen. Deze psalm is het vervolg op de voorgaande. Ook hier zit dus een vervolg in. Je moet dus eerst even kijken waar psalm 111 over gaat, om dat te begrijpen waarom dit ontzag zo belangrijk is. Psalm 111 gaat over alle grote dingen die de HEER heeft gedaan voor Israël. Het is een lofzang op Gods grote daden. Het bezingt de wonderen en de kracht van God Die Hij heeft laten zien aan Zijn volk. Het gaat over het recht dat Hij liet gebeuren en de verlossing die Hij heeft gegeven aan Israël, maar het gaat ook over Zijn ontzagwekkende kracht tegenover de vijanden.
Als je daar van onder de indruk bent gekomen, dan wordt je zalig gesproken als je daardoor tot intens ontzag komt voor de HEER. Dat is Hij gewoonweg waard. Dat maakt jou klein en Hem oneindig groot. Dan wordt het ineens ook helemaal niet vreemd meer dat God ons ook regels geeft. Geen opeenstapeling van regels waardoor er angst zou ontstaan en je zo goed mogelijk je best gaat doen, maar regels waardoor we uit liefde tot Hem reageren. Het woord ‘regels’ is natuurlijk gelijk verdacht, maar dit is positief bedoeld, zodat het echt vreugde mag geven om dat te doen. En er is een gevolg aan deze ‘vreze’ van God. Het woord ‘gelukkig’ of ‘welzalig’ heeft hier namelijk ook een doel. Het uit zich namelijk in een ‘beloning’. Heel vaak zit het geluk in de zaligspreking, maar hier wordt na de zaligspreking duidelijk wat het je ‘oplevert’: Zegen voor je nageslacht, rijkdom en veel bezit en je hoeft nergens bang voor te zijn. Heb intens diep ontzag, vol liefde en eerbied voor de HEER en Hij zal je zegenen.
Gebed: HEER, wat maakt U deze keer duidelijk hoe we tot ‘vrezen’ op de juiste manier kunnen komen. Ik wil onder de indruk komen van Uw grote daden en U van harte vrezen.