Thema: God is…
“De eeuwige God is voor u een woning, en onder u zijn eeuwige armen. Hij verdrijft de vijand voor u uit, en zegt: Vaag hem weg!” (Deuteronomium 33:27)
Er is niemand zoals God! Dat is ondertussen wel meer dan duidelijk geworden. Al die karaktereigenschappen van God maken wel duidelijk dat Hij alles overtreft en dat er niemand is die ook maar in de buurt van God kan komen. Wie is er nu zoveel liefde, zo betrouwbaar, zo zuiver als God? Niemand, geen enkele god van de heidenen en geen mens komt ook maar in Zijn buurt. Dat is precies wat ook Mozes heeft ervaren. Toen we aan deze serie begonnen hebben we eerst stilgestaan bij dat wat God Zelf over Zichzelf zei. En nu is Mozes aan het einde van zijn leven.
Mozes doet wat de aartsvaders ook deden op het moment dat ze gingen sterven: Ze begonnen degenen die dichtbij hen stonden te zegenen. Mozes doet niet anders, maar toch eigenlijk ook weer wel. Mozes zegent niet enkele mensen om hem heen, Hij zegent heel Israël, stam voor stam. Die zegeningen zijn heel specifiek voor die stammen, maar als Mozes dan al die stammen heeft gehad, dan spreekt hij ook nog tot heel Israël. Hij noemt het dan Jesurun. De naam die in het boek Deuteronomium vaker gebruikt wordt voor Israël.
Niemand is als God, dat moet Israël eerst weten, maar dan komen er ook nog twee eigenschappen van God die alles met veiligheid te maken hebben. Nu zijn wij Israël niet, maar wij zijn in Israël wel mede gezegend als het gaat over Wie God is, als we op Hem vertrouwen. De eeuwige God is een woning en onder ons zijn Zijn eeuwige armen. Je moet dit eerste even plaatsen in de tijd waarin Israël zich op dit moment bevond. Ze staan nu op de grens van het beloofde land. Het land waar ze veertig jaar eerder een grootste indruk van hadden gekregen, maar waarvan ze dachten dat de inwoners te groot en te sterk zouden zijn om dit land in te kunnen nemen. Hun vertrouwen op God was er niet en de gevolgen waren verschrikkelijk.
Nu staan ze opnieuw voor de grens en dat volk dat er woont is echt niet veranderd. Nog veertig jaar voor straf in de woestijn zullen ze zeker niet willen, dus zullen ze door hun angst heen moeten en daarom zegt Mozes nu hoe God voor hen zal zijn. Midden in al dat gevaar en alles wat hen overkomt is God hun veilige Thuis en Hij zal hen dragen door het gevaar heen. Dit is Wie God is! En als het over onzekerheden en gevaren gaat zijn die er ook bij ons genoeg. Daarom zijn deze woorden voor ons net zo waardevol. Als je durft te vertrouwen dat God je Thuis is en je zal dragen, dan is er geen gevaar meer waarvoor je hoeft terug te schrikken. Natuurlijk is gevaar er nog steeds en natuurlijk weet je nog steeds niet waar dat toe zal leiden. Ook Israël heeft dat later nog genoeg moeten ervaren, soms ook door verkeerde keuzes. Toch is dit waar: God is je Thuis en onder jou zijn Zijn eeuwige armen. Die vangende armen zijn niet aan tijd gebonden, maar die zijn er altijd. Eeuwig nu zijn die armen onder je leven, omdat God niet laat vallen wat Hij met je is begonnen.
Gebed: Heer, ik zoek mijn Thuis bij U en ik houd mij vast aan Uw eeuwige armen waarin ik altijd veilig gevangen ben.