Thema: Rust
“Zie, dezen zijn goddeloos, toch hebben zij in de wereld rust en vermeerderen hun vermogen.” (Psalm 73:12)
Heb je het makkelijker op het moment dat je niet gelooft? Dat is misschien wel een vreemde vraag, maar is dat gevoel nooit eens bij je opgekomen dat je het als gelovige soms veel moeilijker hebt dan als ongelovige? Nu moet je niet te snel zeggen dat je als gelovige dan misschien wel teveel moet, of dat je te religieus bent, want heel eenvoudig, op het moment dat je God wilt dienen met je hele hart, zul je keuzes moeten maken. En dan nog even buiten dat, soms lijkt het toch of ongelovigen het altijd voor de wind gaat, terwijl jij als gelovige dat gevoel lang niet altijd hebt.
Nu kun je met elkaar discussiëren of het bij hen die niet geloven inderdaad wel altijd zo goed gaat als dat het lijkt, want wees eerlijk, we zien maar al te vaak helemaal niet wat anderen aan moeilijke dingen meemaken. Toch komt wel dat gevoel soms op dat degenen die niets met God hebben het toch allemaal veel makkelijker afgaat. En weet je, die vraag en dat gevoel is een gevoel dat er eigenlijk altijd al is geweest. Het is zo oud als dat de wereld bestaat en het is ook gewoon goed om daar eerlijk over te zijn. En Asaf, de psalmdichter van psalm 73, heeft hier ook mee geworsteld.
Als je psalm 73 een beetje kent, dan weet je hoe die psalm afsluit. Ik ben opgegroeid met de psalmen van 1773 en vers 12 en 13 waren twee verzen die ik graag zong vanaf het moment dat ik wist dat ik geloofde: ‘k Zal dan gedurig bij U zijn, in al mijn noden angst en pijn. Als je leven dan soms heel moeilijk is kan dit zo helpend zijn om dit te weten. En misschien heb jij de psalm altijd in een andere vertaling gezongen. Hoe dan ook, dat maakt niet zoveel uit. Het einde van de psalm is hoopvol en mooi. Alleen, en dat is het nadeel van het zingen van psalmen, als je alleen die verzen zingt, dan is de context natuurlijk wel weg. In die zin is de manier hoe we Opwekkingsliederen zingen, of andere hedendaagse aanbiddingsmuziek, veel beter, die zingen we altijd helemaal. De context van psalm 73 is namelijk een Asaf die boos was op God. Hij was in alle staten.
De psalm begint nog wel mooi met de zin dat God goed is voor Israël, maar dan heeft Asaf het over zichzelf. Hij zegt dat hij bijna was uitgegleden, want hij was jaloers op de dwazen en de goddelozen. Nu klinkt dat natuurlijk erg negatief, maar iemand die niet gelooft, is God-loos. Hij is zonder God. En juist bij die mensen merkte Asaf dat er rust was. We hebben het tot hiertoe vooral gehad over rust om vanuit te leven, maar hier gaat het over de rust van degenen die niets met God hebben. Rust staat hier dan synoniem voor vrede en dat alles voor de wind gaat. En hoe kan dat nu. Zou God dit dan allemaal zomaar laten gebeuren? Zouden zelfs degenen die God lasteren, dwars tegen Zijn geboden ingaan toch rust krijgen van God? En waarom een gelovige dan niet?
Asaf heeft heel lang in deze stemming vastgezeten. Tot hij bedacht wat het einde van die ongelovigen zou zijn. Nee, Asaf en ook de Bijbel gaan niet uit van een God bij Wie het er straks allemaal niet toe doet en bij Wie straks iedereen gewoon naar binnen mag. Nee, dat zou ook verschrikkelijk onrechtvaardig zijn. Iemand die God niet in zijn leven wil, moet die dan straks zomaar naar de hemel kunnen gaan? Dan zou geloof niet eens meer nodig zijn. Asaf ontdekt ineens wat de rust is van iemand die niet gelooft. Dat is een dramatische rust. Die rust stopt als het leven stopt. En dan bedenkt Asaf dat je beter een moeilijk leven kunt hebben als gelovige, maar wel met uitzicht op eeuwige rust en vrede met God, dan dat het in dit leven allemaal wel voor de wind lijkt te gaan, maar je hebt straks niets.
Tegelijk zegt Asaf dus niet dat als het je nu voor de wind gaat dat je geen gelovige zou kunnen zijn. Laat duidelijk zijn dat je het zo niet mag omkeren. Maar de rust van mensen zonder God is niet meer dan een droom en als God straks komt zal Hij hun beeld, hun bestaan, verachten. Rust is niet altijd nu al, maar de belofte staat uit dat je straks voor altijd bij Hem mag zijn. En dit leven, daarin delen we in dezelfde vreugde en teleurstellingen zoals iedereen, maar dit is ook niet waar we voor leven. Rust waar wij naar uitzien is de eeuwige rust bij God, dat gaat elke (schijnbare) rust hier op aarde te boven, want naast God, heb ik niets waar ik meer eer aan geef. Tot ik straks Thuiskom en in mag gaan in de rust van mijn Vader!
Gebed: Heer, straks zal ik voor altijd bij U zijn en ik zal nu telkens dat voor ogen houden en mij niet laten afleiden door voorspoed van hen die zonder U leven.