Thema: Op pad met Paulus
“Zij verbleven daar dan lange tijd en spraken vrijmoedig, in vertrouwen op de Heere, Die getuigenis gaf aan het Woord van Zijn genade en tekenen en wonderen door hun hand liet gebeuren.” (Handelingen 14:3)
We hebben gezien op welke manier vele heidenen begonnen te geloven, terwijl de boodschap van Paulus toch ook echt wel theoretisch en theologisch was. Dat laat iets zien van de kracht die er zit in het Woord van God. Het is de vraag of wij daar nog genoeg geloof voor hebben, maar de belofte van Jezus was dat het niet alleen bij het Woord zou blijven. Het zou gevolgd worden door tekenen en wonderen. Tenminste, zo sloot Jezus wel af, vlak voordat Hij naar de hemel ging. En als er wonderen en tekenen gebeuren, hoeveel kracht zal dat dan meebrengen? Als er dan nog Joden waren die twijfelden, dan zou het na een paar wonderen wel stoppen met die twijfel?
En ik moet je ook eerlijk zeggen dat ik ook vaak in lastige situaties denk: “Heer, als U nu hier iemand laat genezen, dan moeten ze wel zien dat U aan het werk bent. Of als er iemand vlak voor een operatie genezen wordt, dan moeten artsen in het ziekenhuis toch wel tot de conclusie komen dat dit bovennatuurlijk is. Toch blijkt dit helemaal niet vanzelfsprekend te zijn. Je kunt je dan afvragen waarom God de wonderen en de tekenen dan geeft? Tegelijk kun je ook een andere vraag stellen: Waarom zou God het Woord geven, als dat ook niet iedereen tot geloof brengt? Met andere woorden: Of het nu het Woord is, of de tekenen van het Koninkrijk, het is nog steeds niet vanzelfsprekend dat iedereen zal gaan geloven. Dat is hard, maar helaas wel de realiteit.
Als je leest wat er in Ikonium gebeurde, dan kun je zeggen: Er gebeurde echt heel erg veel. Een grote menigte van Joden en Grieken kwamen tot geloof. En toch, ondanks dat, blijkt in het schrijven van Lukas, is dat niet genoeg. Dat is niet dat tevreden lijkt te stemmen. Een grote menigte is een wonder, maar als je leest hoe de apostelen door blijven gaan, dan is en blijft de focus om er meer mensen bij te laten komen. Er ontstaat geen tevredenheid omdat, bij wijze van spreken, de kerk toch wel vol zit.
Er was reden genoeg om te stoppen, want de tegenwerking en de verbittering onder een deel van de Joden was reden genoeg om verder te trekken, maar dat doen ze niet. Ze volharden en blijven vertrouwen op de Heer en ze bleven er nog een lange tijd. En dan, terwijl de apostelen op hun post blijven en door blijven gaan, gebeuren er ook wonderen en tekenen. Die volgen eigenlijk op de volharding van de apostelen in de verkondiging. Je kunt je dan afvragen wat het doel is van die tekenen, maar dat maakt Lukas hier heel duidelijk: Het is Gods getuigenis aan Zijn Woord. Je zou kunnen zeggen dat een getuige iemand is die bewijs levert door te vertellen wat hij heeft gezien van een bepaalde zaak. Precies op die manier functioneren de tekenen die gebeuren. Daar zijn de apostelen zeker niet passief in geweest, want het is ook een hele duidelijk opdracht om je naar de tekenen uit te strekken.
Alleen ze volgen op de volhardende verkondiging van het Woord. Tenminste, hier wel, terwijl op andere plaatsen de volgorde anders is. Toch is de conclusie hier wel dat deze tekenen en wonderen de getuigen zijn van het Woord. Als iemand het Woord ter discussie stelt, dan zijn de tekenen de getuigenissen die God erbij geeft dat het Woord waar is. Laten we dus uitkijken dat we de getuigen die God geeft niet verwaarlozen. Laten we niet tevreden zijn als we het Woord brengen, maar de tekenen uitblijven, want die horen er helemaal bij. En als dat niet gebeurt is het de vraag of jij en ik daarin ook doen wat we moeten doen met de gaven van de Geest, of het is de vraag of er iets anders is dat in de weg staat dat God ook dit deel van Zijn werk kan doen. Zowel het Woord dat de verzoening brengt, als de tekenen die ook het andere herstel van alle dingen laten zien, horen bij elkaar.
Gebed: Heer, laten de tekenen als getuigen er altijd bij zijn waar wij Uw Woord brengen.