Thema: Filippenzen
“Toch hebt u er goed aan gedaan dat u gedeeld hebt in mijn verdrukking.” (Filippenzen 4:14)
Hoeveel zin heeft het om geld te geven? Die vraag zou zomaar bij je kunnen opkomen als je nadenkt over Paulus en de brief aan de gemeente in Filippi. Een collecte houden, doen we in de kerk meestal toch voor een doel dat zin heeft? Een doel waarmee het Koninkrijk van Jezus wordt uitgebreid? Of dat nu de ondersteuning is voor het gemeente-zijn, diaconie of zendingswerk. Paulus bedankt namelijk de gemeente dat ze hem hebben ondersteund, maar hoe zit dat dan en is dat dan zo belangrijk dat dit in een brief moet staan die wij nu nog steeds lezen? Fijn om te weten dat deze gemeente Paulus in de gevangenis heeft ondersteund, maar wat moeten wij daar dan mee?
Het is in ieder geval niet het meest interessante gedeelte van de brief, zou je kunnen zeggen. Toch denk ik, dat dit iets te snel is gedacht. Het is in de eerste plaats even goed om te kijken hoe het nu eigenlijk zit met dat geld dat Paulus heeft gekregen. Het is namelijk in de eerste plaats al de vraag of het om alleen geld is gegaan. Er was kennelijk eerst een periode geweest waarbij de gemeente in Filippi niet kon of niet heeft willen bijdragen. Ik denk dat je uit moet gaan van het eerste, het kon niet. In ieder geval vervolgt Paulus dan dat hij heeft geleerd om tevreden te zijn met weinig en dat is voor hem mogelijk door Christus Die hem kracht geeft.
In alles merk je dat het om niet zomaar een gift gaat. Ze zijn deelgenoot geworden in zijn verdrukking. Dat woordje deelgenoot is een belangrijk woord. In dat woord zit het Griekse woord ‘koinonia’. Dat woord betekent ‘gemeenschap’ of ‘verbondenheid’. Petrus gebruikt het woord in zijn brief ook in het gemeenschap hebben aan het lijden van Christus. Hier bij Paulus heeft dit woord dus alles te maken met daar waarin de gemeente wil delen van wat Paulus meemaakt. Ze hebben gemeenschap met zijn gevangenschap. Op deze manier ontdek je langzaamaan steeds meer waar het nu echt om gaat.
De gevangenis van toen was totaal anders dan nu. Iemand die nu in de gevangenis zit krijgt elke dag gewoon te eten. In die tijd was een gevangene afhankelijk van zijn familie of zijn directe omgeving. Zij moesten zorgen dat hij te eten zou krijgen. Daarom zou het kunnen zijn dat het hier ook nog om letterlijk eten gaat. Het gaat er hier dan om dat Paulus, die ondersteund werd in zijn bediening door vele gelovigen, ook nu, terwijl zijn bediening amper nog een bediening is te noemen, toch ook dan wordt ondersteund. Ze hebben hem juist ook nu terwijl hij niet als apostel de wereld overtrok dat gestuurd wat hij nodig had. Hij heeft nu zelfs overvloed.
Je merkt wel dat dit verder gaat dan alleen even je gift overmaken omdat het zo hoort. En juist door op deze manier te zorgen voor iemand die in de marge terecht is gekomen, is dit als een aangename geur voor God. Het is eigenlijk voor God als een reukoffer en daarmee zet Paulus het op ene lijn met de gebeden van de heiligen die ook op deze manier worden aangeduid. Het is iets dat er toe doet in de geestelijke gewesten en het komt als een geurig offer voor Gods troon. Juist omdat het om Paulus gaat die een dienstknecht van God is. En God reageert altijd op geurige offers. Net zo min als dat Hij de gebeden van de heiligen niet zinloos laat zijn, zo geldt dat ook hiervoor. Het raakt Gods hart op het moment dat we voor Zijn geliefden zorgen. Het raakt Hem zo dat Hij zelfs vanuit Zijn rijkdom ook weer zal uitdelen aan degenen die uitdelen vanuit hun overvloed.
Het gaat hier dus echt wel ergens over. Geven voor het Koninkrijk stopt niet bij een bediening, maar dat gaat verder. Dat zit ook in letterlijke ondersteuning waar dat nodig is. Dit zou je diaconaal kunnen noemen, maar ik denk dat deze situatie verder gaat dan dat. Deze situatie laat zien wat Filippi echt overheeft voor Paulus en wat hij voor hen heeft gedaan en dat komt als een geurig offer voor Gods troon.
Gebed: Heer, geven is dus ook geven aan de heiligen in moeilijke omstandigheden en deze manier van geven komt voor U als een geurig offer. Geef mij oog, ook voor deze manier van ondersteunen, zelfs als bedieningen op het eind lopen.