Thema: Filippenzen
“Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat.” (Filippenzen 4:8)
Dat we in een moeilijke tijd leven is niet iets wat we hoeven uit te leggen. Als je een beetje het nieuws volgt en de social media leest, dan merk je dat het niet alleen een moeilijke tijd is, maar je merkt ook dat er heel veel onrust en negativiteit is. En zeker dat laatste kun je heel veel aandacht geven en ik kan je garanderen dat alles wat je aandacht geeft, zal groeien. Uiteindelijk gaat die negativiteit je gedachten dan ook beheersen. Als Paulus aan het einde van zijn brief begint te komen, gaat hij hier ook even op in.
Hij begint hiermee door een nieuw onderwerp in te zetten in het slot van zijn brief. Het vers begint met ‘verder broeders’. Altijd als Paulus in het Grieks dit woord gebruikt begint hij aan een nieuw gedeelte in zijn brieven of hij doet dit om het slot in te luiden. Dat doet hij ook in deze brief. En in dit geval volgt er dan een lijst met deugden. Goede dingen waar je aandacht aan moet geven. Wij hebben soms misschien het gevoel dat deugden iets te maken hebben met goede werken om iets mee te verdienen, maar Paulus gebruikt deze deugden om je te richten op het goede.
Nog iets dat opmerkelijk is, is dat wat Paulus doet, heel nauw aansluit bij de tijd waarin hij leefde en waardoor deze lijst met deugden ook aansluit bij zijn lezers. De filosofische cultuur van die tijd maakte heel vaak gebruik van dit soort deugdenlijstjes. Paulus schuwt dat dus niet om te gebruiken. Alleen gebruikt hij het niet om de goden tevreden te stellen of om het bij God goed genoeg te doen, maar hij gebruikt het om je denken te vernieuwen. Dat is overigens een thema dat we regelmatig bij Paulus tegenkomen. Vernieuw je denken door je te richten op wat echt belangrijk is. Dat is in de eerste plaats Jezus en niemand anders, maar tegelijk leert Paulus je hier ook om je te richten op wat goed is en niet op wat negatief is.
Verlies je niet in de dingen die je naar beneden trekken. Dan gaat het Paulus hier nu niet eens om zonden en het gaat hem hier nu ook niet om vooral geestelijke dingen, maar het gaat hem wel om een geestelijk principe als het over je denken gaat. De vraag is waar jij je op richt. Als jij je richt en je aandacht geeft aan alles wat eerbaar, rechtvaardig, rein, liefelijk, welluidend of prijzenswaardig is, dan zul je merken dat er geen ruimte meer overblijft voor negativiteit en onrust. Als je naast Jezus je op deze dingen richt, eigenlijk dus die dingen die ook alles te maken hebben met het Koninkrijk, dan verandert je denken.
Als je dit samenvoegt met wat Paulus je leert, dan zal de God van de vrede met je zijn. Als je dus de dingen zoekt die boven zijn of die van boven zijn, dan is de God van boven ook met je. Waar richt jij dus je aandacht op en wat bepaald jouw denken? En ik besef dat dit echt ook lastig is, want heel veel prikkels die negatief zijn, komen ongevraagd bij je binnen, maar wijs je dat dan af en richt jij je op wat er wel echt toe doet. Bedenkt dat, vul daar je gedachten mee en blokkeer je denken voor dat wat hier afbreuk aan doet.
Gebed: Heer, ik wil mijn denken vernieuwen, telkens opnieuw met dat wat er echt toe doet. Leidt mij daarin en help mij om mijn denken daarop te richten.