Thema: Filippenzen
“Alleen, wandel het Evangelie van Christus waardig, opdat ik, of ik nu kom en u zie of dat ik afwezig ben, van uw zaken mag horen dat u vaststaat in één geest, en dat u samen eensgezind strijdt door het geloof in het Evangelie.” (Filippenzen 1:27)
Wat is het verschil als iemand er is of er niet is? Die vraag is natuurlijk behoorlijk breed. Het kan iets met de sfeer doen als iemand er wel of niet is, maar het kan ook iets met je gedrag doen. Of nog sterker, jij kunt je gedrag erop aanpassen. Het duidelijkste voorbeeld is een klas tieners. Wat gebeurt er als een docent even wegloopt en dan ook een behoorlijk poosje wegblijft? Het begint met een propje dat gegooid wordt en als het lang genoeg duurt is de klas waarschijnlijk veranderd in een puinhoop. En als er dan wordt geroepen: “Pas op, de docent komt eraan”, dan zit iedereen ineens weer keurig op zijn plaats.
Het zou kunnen zijn dat je nu denkt: Wat is dit nu voor een voorbeeld? Wel, dit is waar Paulus eigenlijk voor waarschuwt. Hij zit in de gevangenis en weet niet of hij er nog ooit uitkomt. Ergens, vanuit zijn verlangen om nog op aarde te blijven voor de gelovigen, denkt hij dat er nog wel een kans is dat hij naar Filippi kan reizen. Hoe zeker dat nu echt is, wordt niet duidelijk. In ieder geval hoopt hij dat hij nog even tijd krijgt en dat hij in de gemeente nog hele mooie dingen mag doen, waardoor hij, als reactie daarop nog meer zal roemen in Christus. Maar hij weet niet of hij nog zal kunnen komen. Maakt dat uiteindelijk iets uit?
Even terug naar dat beeld van die klas en die docent. Daar maakt het iets uit of die docent er is of niet, maar de oproep van Paulus is juist dat het niets uit moet maken of hij er nu is of dat hij er niet is. Of hij het nu ziet hoe de gemeente groeit in geloof of dat hij het alleen te horen krijgt, ook in dat laatste geval zou er geen verschil mogen zijn. Het mag niet afhangen of de docent in de klas is of niet, zou je kunnen zeggen. In beide gevallen zou er geen verschil moeten zijn. Paulus roept hen, maar ook ons op om altijd en in elke omstandigheid waardig het Evangelie van Christus te wandelen.
Het zou niets moeten uitmaken of hij er nu toezicht op houdt of niet. En misschien staat dit beeld heel ver van ons af. Zeker omdat een voorganger minder sterk aanwezig is in onze tijd dan hoe Paulus dat deed. Al zijn er nog steeds gemeenten waar de voorganger heel snel met een oordeel op de stoep staat als je gedrag afwijkt. Maar dat deed Paulus juist niet, hij wilde vooral bemoedigen en opbouwen. Maar misschien is het bij ons eerder de sociale controle. En ja, het is goed om elkaar in het oog te houden, maar sociale controle kan ook heel erg knellen en velen passen zich aan om geen last te hebben van sociale controle. Alleen dan gaat het er vaak om wat anderen willen dat je doet zoals zij vinden dat het hoort.
Altijd zit er dan iets van oordeel of controle achter. Waar Paulus nu heen wil is dat je altijd als een discipel van Jezus leeft. Zelfs als tegenstanders je het leven moeilijk maken, blijf dan nog trouw aan het Evangelie van Christus. En dat niet alleen in je eentje, maar ook in eenheid met elkaar. Paulus weet wat hij zegt, want zelfs in de gevangenis blijft hij staan waar hij voor staat, al zou hem dat zijn leven kosten. En dat moet en mag nooit afhankelijk zijn van de aan of afwezigheid van geestelijk leiders of wat dan ook maar. Eigenlijk komt het er op aan wat we werkelijk voor Jezus over hebben. Ook voor Hem lijden is genade. En of er nu naar je gekeken wordt of niet, dat maakt geen verschil, we leven altijd waardig aan het Evangelie van Christus.
Gebed: Heer, ik wil niet dat mijn gedrag bepaald wordt of er op mij gelet wordt, ik wil altijd het Evangelie van Christus waardig wandelen.