Thema: Filippenzen
“Maar wat dan nog? Toch wordt Christus op allerlei wijze verkondigd, of het nu als een voorwendsel is of in waarheid; en daarover verblijd ik mij, ja, zal ik mij ook verblijden.” (Filippenzen 1: 18)
Maakt het wat uit hoe er gepreekt wordt? Mijn eerste reactie is, bijna logisch als voorganger: “Ja natuurlijk maakt dat wat uit”. Maar als je leest wat Paulus schrijft aan de gemeente in Filippi dan kom je er achter dat dit Paulus niet veel lijkt uit te maken. Hij stelt eigenlijk alleen maar dat Christus verkondigd moet worden en dan maakt de manier niet uit. Eigenlijk lijkt hij gewoon te zeggen dat als je Christus preekt, dat hoe dan ook een krachtige boodschap is omdat het over Jezus gaat. Het helpt je wel even om terug te gaan naar de basis dat God de verkondiging gebruikt omdat het Zijn verkondiging is. Alleen is er nog een puntje, namelijk dat het hier niet gaat over vurig preken, goed preken of wat ook, er speelt iets heel anders een rol bij de uitspraak van Paulus.
Wat is er aan de hand in Filippi? Er zijn twee soorten predikers. Predikers met verschillende motieven. Er blijken predikers te zijn die Christus wel preken, maar dat uit afgunst doen en met het doel om ruzie te maken. De boodschap is niet echt iets mis mee, maar ze zetten zich af tegen Paulus die in de gevangenis zit. Eigenlijk zijn ze jaloers op wat er door Paulus in de wereld is gebeurd door zijn verkondiging. En nu hij in de gevangenis zit maken ze hem eigenlijk verdacht.
Er zijn ook anderen, die uit welwillendheid en liefde Christus verkondigen. En die liefde is niet alleen liefde tot God, maar ook liefde tot Paulus. Als je even goed kijkt naar de verzen 15 tot en met 17 dan merk je dat er eigenlijk het een en ander niet helemaal klopt in de vertaling. Paulus noemt eerst degenen die uit afgunst preken en vervolgens degenen die uit liefde preken en vervolgens heeft hij het in vers 16 over die eersten die uit afgunst preekten en dan in vers 17 klopt er niet veel meer van de zin, zeker niet in het origineel. Het woordje ‘laatsten’ is maar toegevoegd omdat er anders niet veel van klopte. In de oudere handschriften waren de verzen 16 en 17 omgedraaid, maar kennelijk heeft met in latere handschriften de volgorde in vers 15 willen aanhouden in het vervolg.
Paulus eindigt eigenlijk in vers 15 met degenen die uit welwillendheid Christus preekten en hij maakt dan de zin af zoals in vers 17. Eigenlijk staat er als vervolg op vers 15 dan: Uit welwillendheid en uit liefde omdat zij weten dat ik tot verdediging van het Evangelie aangesteld ben. En dan komt pas vers 16 over die eersten die uit afgunst preekten. Als je vers 15 en 17 zo aan elkaar leest merk je dat het die groep met welwillende predikers ook echt om Paulus te doen is geweest, want de liefde die daar genoemd wordt is gericht op Paulus. Ze spreken dus goed over Paulus en zijn manier van het Evangelie dienen en dat in tegenstelling tot die eersten die Paulus jaloers aanvallen.
Is dit nu zo belangrijk? Jazeker, want met dit in je achterhoofd zegt Paulus: “Maar het maakt niet uit dat Christus op allerlei manieren wordt gepreekt, of het nu met een dubbele agenda is of zoals het hoort, Christus wordt verkondigt en daar ben ik blij over”. Paulus zegt niet dat het allemaal mag en kan, maar uiteindelijk is Paulus blij dat Christus verkondigd wordt, zelfs als het hem zelf zijn goede naam kost door jaloerse predikers. Paulus laat hier zien dat ze zaak van Christus hem meer waard is dan zijn eigen eer. Zelfs, ondanks dat het hem pijn doet dat hij zo naar beneden wordt getrapt, is voor Paulus het veel belangrijker dat overal Christus wordt gepreekt. Misschien komen wij nooit in dit soort omstandigheden, maar jezelf verloochenen, omdat het je ten diepste gaat om de verkondiging van Christus, dat laat Paulus hier in een extreme vorm zien. Een les apart!
Gebed: Heer, de verkondiging van Christus zal altijd kracht hebben, die les is al een grote, maar de les van zelfverloochening omdat het altijd en overal in de eerste plaats om U moet gaan, die les is hier wel heel confronterend.