Thema: Bouwen is de opdracht
"Maar wij bouwden de muur, zodat heel de muur tot de helft ervan aaneengevoegd werd, want het hart van het volk was erop gericht om te werken." (Nehemia 4:6)
Ken jij dat gevoel dat je op zondag in de kerk was, of je was op een conferentie en het was zo heerlijk om daar te zijn. Je merkte dat je één was met elkaar en je had echt het gevoel van samen bouwen aan Gods Koninkrijk. Het voelde echt schouder aan schouder. Maar je weet het: Dit moet niet stoppen, maar zo moeten we met elkaar, ook na zo'n dag blijven bouwen. Ik weet niet hoe het jou vergaat, maar tijdens zulke moment neem ik mijzelf ook altijd een heleboel voor, komen er dromen naar boven waar je echt iets mee wil doen. Maar dan, dan komt er iets tussen, zodra je weer midden in de realiteit staat. En wat er dan tussenkomt? Niet zozeer je agenda, maar misschien wel dieper: De vijand probeert het werk waarmee je met elkaar bezig was te verstoren en misschien is zijn eerste pijl wel dat hij je probeert te ontmoedigen.
Je kunt je natuurlijk afvragen hoe erg het is dat de vijand je probeert te ontmoedigen. Dat is alleen erg als je je ook laat ontmoedigen, maar besef dat die pogingen van de vijand altijd iets doen, al is het maar in het zaaien van ongeloof. Nehemia was ook zo heerlijk aan het bouwen geslagen. Hij had de eerste aanval van Sanballat en Tobia afgeslagen en hij was gaan staan in geloof en had tegen de vijand gezegd: "De Heer zal het ons doen lukken". Maar geloof je nu echt dat een vijand bij de pakken zal gaan neerzitten? Natuurlijk mogen die Joden uiteindelijk niet zover komen dat Jeruzalem weer herbouwt zal worden. Net zo min als wij in Nederland een christelijke meerderheid zouden hebben omdat al onze missionaire activiteiten zouden lukken. Stel je voor dat het liberalisme in ons land zijn plaats moet afstaan aan het gezag van God? Toen en nu zegt dezelfde vijand: "Dat zal niet gebeuren!" Sanballat en Tobia beginnen te spotten met de Joden die aan het bouwen zijn. Opmerkingen als: "Geloof je nu echt dat zulke zwakke Joden de stad kunnen herstellen? Denken ze nu echt dat ze uit die puinhopen weer leven kunnen wekken, de stenen zijn zelfs verbrand".
Misschien hebben die vijanden ook wel gewoon gelijk. Ze mogen best gelijk hebben, satan mag van mij ook best zijn punt maken en de politiek die zonder God wil regeren ook, als ons geloof maar sterker is dan hun punt. Zo eenvoudig is het wel hè? Zolang jouw geloof groter is dan het ongeloof dat de vijand in je hart zaait, dan lukt het de vijand niet om je te laten stoppen. En ik geloof dat niet wij, maar God door ons, uit de puinhopen leven kan verwekken. De puinhopen waar de vijand altijd op zal wijzen, zijn nooit bepalend voor wat God ermee kan. Sanballat kan zeggen wat hij wil, hij kan nog zo'n goede beschrijving maken van de puinhoop en de zwakte van de Joden, maar dat is alleen dat wat hij werkelijk ziet. Het is voor Nehemia en zijn mannen juist belangrijk dat ze blijven zien op wat God kan. Als we luisteren naar wat de vijand ons probeert wijs te maken, dan dreig je af te haken, maar dit is een diepe les in God meer vertrouwen en geloven dat Hij tot alles in staat is, dan alles wat de vijand je wilt laten geloven. Je moet eens opletten hoe eenzaam Sanballat en Tobia hier staan te schreeuwen. Er is geen Nehemia die een woord spreekt tegen hen. Nehemia had al eerder gezegd hoe het ervoor stond en nu zie je hem nergens als zijn vijanden deze dingen zeggen. Hij lijkt onverstoorbaar door te gaan en daar waar hij zich in deze strijd zorgen over maakt, daar roept hij God over aan. Nehemia hoort de verachting en de spot, maar hij geeft het oordeel erover aan God Zelf en hij blijft bouwen, want het hart van het volk was erop gericht om te bouwen. Richt je hart op bouwen en niet op de vijand en laat God die vijand maar aanpakken.
Gebed: Heer, altijd zullen we met ontmoediging te maken krijgen omdat de strijd rond Uw Koninkrijk altijd een realiteit is, maar geef mij meer geloof dan het ongeloof dat gezaaid wordt.