Thema: Bouwen is de opdracht
"Toen gaf ik hun antwoord en zei tegen hen: De God van de hemel, Hij zal ons doen slagen en wij, Zijn dienaren, zullen opstaan en gaan bouwen. Maar u hebt geen deel, geen recht, en geen herinnering in Jeruzalem." (Nehemia 2:20)
Welke ervaring heb jij met tegenstand als het om het Koninkrijk van God gaat? Ik moet je eerlijk zeggen dat ik op allerlei manieren wel tegenstand heb ervaren. Soms herken je het ook gewoon direct en weet je: dit is onderdeel van de strijd die uiteindelijk Gods strijd is en niet de onze. Maar je zit er op die momenten wel gewoon helemaal middenin. Hoe reageer je en waar reageer je op? Nehemia komt ook strijd en tegenstand tegen, natuurlijk. Als je de stad rondom de tempel wilt gaan herbouwen, dan zit er een verzameling van machten niet op te wachten dat je daaraan gaat beginnen. Dan kunnen er koningen zijn die je toestemming hebben gegeven, maar als je op aarde gaat bouwen aan iets van de God van de hemel, dan weet je dat dit niet zonder slag of stoot gaat. En wees eerlijk, als eeuwen later Jezus op aarde is, wordt er bij Hem ook alles aan gedaan om Zijn missie te doen mislukken.
Je kunt je afvragen hoe erg het is als je weerstand ervaart. Het is wel echt irritant, zeker als je zoals Nehemia naar Juda bent gekomen om echt te gaan bouwen en je eigenlijk er niet op zit te wachten dat dit vertraging oploopt. Dat is gewoon niet wat je wilt. Je zou er voor kunnen kiezen om dan de discussie aan te gaan met die tegenstand, maar kijk eens mee naar wat Nehemia doet. Ze hebben besloten om te gaan bouwen en dan komen die twee mannen weer op het toneel: Sanballat en Tobia. En waar beginnen ze mee? Met bespotten, want dat haalt de motivatie er altijd uit. Spottende woorden blijven op een bepaalde manier makkelijk hangen, leugens haken vast en je raakt het zicht tussen waarheid en leugen kwijt. Naast de spot zeggen ze ook nog: "Wilt u tegen de koning in opstand komen?" Je zou toch bijna gaan twijfelen aan je missie!
Je zou misschien geneigd zijn om de discussie te gaan voeren en de strijd aan te gaan, woorden tegen woorden te bedenken en uiteindelijk geschreeuw tegen geschreeuw. Nehemia doet het anders. En ik geloof dat dit een daad van geloof is. "De God van de hemel, Hij zal ons doen slagen en wij, Zijn dienaren zullen opstaan en gaan bouwen." Dat is geloofstaal. En daarbij vult hij ook nog aan dat die twee mannen geen deel, geen recht, en geen herinnering in Jeruzalem hebben. Zo ga je de geestelijke strijd aan: In geloof! Zo ga je met tegenstand om, omdat je weet dat het niet jouw zaak is, maar die van God. Uiteindelijk zijn er maar twee machten: God en satan en meer niet. Het is het ene of het andere. Als je het zo terugbrengt tot de kern, dan past dit voorbeeld van Nehemia op alle situaties. Natuurlijk zal satan tegenstand bieden. Toen in Jeruzalem en nu ook. Daar is geen verschil in. Het gaat erom dat je het principe erachter leert zien. Als je dat ziet, dan kun je in geloof de volgende stap zetten. En ja, natuurlijk spreekt Nehemia die twee mannen aan, maar als je dieper kijkt zijn zij ook maar spelers van de vijand. En ja, zij maken met hun eigen verstand keuzes om dingen te doen, maar het is zeker wel bepalend onder welke macht je staat.
Nehemia staat op als dienaar van de HEER! Dat is hier zijn houding en zo slaat hij de aanval af. Leer dat maar eens vaker doen. Ik hoor soms mensen bidden tot God en dan zeggen ze: "Heer, wil U satan schelden", maar dat hoeft de Heer niet te doen, dat is gewoon jouw en mijn taak als gelovige. Ga in je autoriteit staan en sla zo elke aanval af.
Gebed: Heer, geef mij door Uw Geest het juiste inzicht en onderscheidingsvermogen en help mij te zien waar het in de basis nu echt om gaat. En ik zal opstaan in de strijd en satan de deur wijzen.