"Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk." (1 Timotheüs 3:1)
Natuurlijk heeft Paulus nog lang niet alles beschreven als het gaat om de gemeente. Voorgangers zijn belangrijk, maar zonder dat er leiding en aansturing is komt de gemeente ook in de problemen. Overigens is het behoorlijk opmerkelijk dat Paulus de voorganger en degene die leiding geeft in de gemeente als opziener, niet in ene adem noemt, terwijl in de kerken in ons land, eeuwen lang de predikant vaak ook de meeste invloed had. Gelukkig is dit tegenwoordig in veel gemeenten anders en is de predikant of de voorganger niet meer dan een stem in het geheel van de oudstenraad. Paulus noemt het ambt van opzichter als een belangrijk ambt.
In het Grieks gaat het om het woord dat wij vertalen met bisschop. Toch hebben wij dat woord van bisschop behoorlijk anders ingevuld als dat Paulus hier bedoelt. Paulus heeft het hier namelijk niet over ene persoon die bisschop zou moeten zijn van de kerk in zijn geheel. Het gaat hier om meerdere personen die leiding geven aan de plaatselijke gemeente. Het gaat om opzieners, ze houden dus opzicht over de gemeente. Ze blijven de gemeente sturen om in de lijn van Gods Woord te blijven gaan. Ze moeten ingrijpen op het moment dat er dwaling in de gemeente ontstaat. En dat is echt niet eenvoudig. Want hoe ga je om met je eigen gewoonten, terwijl anderen het misschien anders doen, maar wat ook niet fout is. Als je religieus bezig gaat, ontaard dit ambt in een dramatische vorm van leiderschap.
Toch noemt Paulus het een voortreffelijk werk voor degenen die dit verlangen te doen. Dit is ook niet voor iedereen weggelegd. Niet iedereen is geschikt om op beleidsniveau leiding te geven en dat hoeft ook niet. Het zijn misschien wel degenen die vooral een apostolische inslag hebben. Als het dan over de bedieningen in de kerk gaat, past die bediening misschien wel het meeste bij dit ambt. Dat zou wel eens kunnen betekenen dat pastorale ouderlingen of oudsten, helemaal niet goed passen in het beeld van opziener.
Wij vegen misschien in onze kerken veel te veel alles maar op ene hoop. Met het gevolg dat degenen die van harte opziener willen zijn, soms heel krampachtig in pastorale taken zitten en pastorale mensen heel ongemakkelijk in beleidstaken en opzichtstaken. En als het gaat over de plaats in de gemeente dan valt de rol van iemand die met opzicht is belast naar de buitenkant toe bijna niet op. Het zijn juist die mensen die je niet actief in je gemeente ziet, maar die veel meer op de achtergrond leiding geven. Misschien is het daarom wel dat Paulus schrijft dat als je dit verlangt om te doen, dat je een goed werk begeert.
Het is opvallend dat Paulus vooral onderscheidend te werk gaat en daarmee laat zien dat niet iedereen alles hoeft te kunnen. Wat een zegen als er verschillende mensen voor verschillende ambten zijn. En laten we ook beseffen dat onze kerkvormen al lang niet meer lijken op die van Paulus en dat er daarom ook verschillen zullen zijn, waarbij de verschillende ambten die Paulus noemt ook niet één op één over te zetten zijn.
Gebed: Heer, wat een zegen als er mensen zijn die opzicht over de gemeente willen houden. Ik wil hen zegenen in Jezus' Naam met Uw inzicht en Uw wijsheid zodat ze niet hun eigen weg aan de gemeente opleggen, maar dat ze met de gemeente Uw weg gaan.