"Maar de HEERE wierp een hevige wind op de zee; er ontstond een zware storm op de zee, zodat het schip dreigde te breken." (Jona 1:4)
Het zou weleens kunnen zijn dat we al in het vierde vers van het boek Jona tegen een probleem aanlopen. Problemen zijn er natuurlijk niet in de Bijbel. Wat God doet is altijd goed, dus in dat opzicht kan er nooit een probleem zijn. Maar als je gewoon even het boek Jona gaat lezen, dan wordt ineens alles toch even anders. Jona is bij God vandaan weggelopen, maar God is hem wel gewoon achternagegaan. En hoe je dat weet? Lees maar even verder.
De HEER wierp een hevige wind op de zee. Dat staat er! Doet God dit echt als wij niet luisteren? Is dit echt wat God doet en Wie Hij is? God is toch niet een God van straf en oordeel? Misschien moet ik je dan toch teleurstellen. God is in ieder geval namelijk ook niet een suikerlieve God Die alles goed vindt. Dat is echt niet wat de Bijbel ons leert. Willens en wetens afkeren van God heeft altijd een gevolg.
Als ik zie wat we tijdens gebedspastoraat of bevrijdingspastoraat meemaken als het over zonden gaat, heeft het mij alleen maar bevestigt dat God echt niet alles over Zijn kant laat gaan. Dat doet Hij echt niet. Zonden hebben altijd een gevolg, je afkeren van God ook. Ook als God je al vergeven heeft en je Zijn genade kent. Denk jij dat als jij je met occulte zaken in gaat laten, dat dit voor iemand die niet gelooft in God gevolgen heeft, maar als je in Jezus gelooft, dat er niets gebeurt? Of als je seksueel over de grens bent gegaan, denk je dat dit geen gevolgen heeft?
Dat betekent niet dat God die storm is, zoals hier bij Jona, maar het betekent wel dat God die storm ruimte geeft om Jona te confronteren met de keus die hij maakte. God laat die storm op de zee vallen, met alle gevolgen van dien. En hoe dat in de geestelijke wereld precies zit kunnen wij niet precies zien. Wat wij zien is dat wat we lezen: God wierp een storm om de zee. En daarmee zetten we God niet gelijk met het kwaad, het gaat hier om Gods reageren op het handelen van Jona.
De storm werd zo groot dat het schip bijna brak en de zeelui werden bang. Zo hevig is het gevolg van wat Jona deed. Nu moet je het niet omdraaien, want dat is waar we misschien wel het meest bang voor zijn bij dit soort teksten. Als je er verkeerd mee omgaat zeg je: “Als je een grote storm in je leven hebt, is het God Die ingrijpt omdat je hebt gezondigd.” Als je er dat van maakt, ga je er de fout mee in. Want het is niet zo dat wat God hier doet, tegelijk omgekeerd ook klopt, alsof elke tegenslag dan een straf van God is. Zo werkt het niet. Iemand kan onder een vloek leven door zonden en de symptomen daarvan ervaren, maar de symptomen zeggen niet altijd dat dit betekent dat iemand onder een vloek leeft. Je kunt hooguit vragen stellen om het uit te sluiten.
En daarbij: Laat God vrij in Zijn handelen. Of dat nu daadwerkelijk die storm is of dat Hij dit toelaat, laat dat los, laat je focus zijn dat je doet wat Hij van je vraagt. Niet uit angst, maar uit liefde en gehoorzaamheid.
Gebed: Heer, U hebt gelijk als U ons confronteer met ongehoorzaamheid en zonde. U hebt daar al het recht toe en tegelijk geloof ik dat U dat ook vol liefde doet.