"Maar aan Hanna gaf hij een speciaal deel, want hij had Hanna lief; maar de HEERE had haar baarmoeder toegesloten." (1 Samuël 1:5)
Stel je voor dat je een diep gelovige vrouw bent, met een pure relatie met God, welke garanties zal je dat geven? Ik kan je ene garantie geven: Je ontvangt straks een eeuwige toekomst vol van de heerlijkheid van God. Een toekomst zonder pijn, zonde en teleurstelling. Maar garanties voor dit leven zijn er eigenlijk niet. Tenminste, niet de garantie dat het altijd goed zal gaan. Wel de garantie dat God altijd bij je zal zijn, maar dat ervaar je lang niet altijd. Hanna was een vrouw die zo gelovig was. Dan moet ze toch wel gezegend worden?
Toch, als je het verhaal van Hanna leest dan blijkt het tegendeel. Ondanks dat geloof, ondanks haar leven met God blijkt dat er een heleboel is dat niet goed gaat. Haar man is getrouwd met twee vrouwen. Ja, haar man had haar wel het meest lief, maar dat zorgde wel voor een heleboel ellende in het leven van Hanna, want de tweede vrouw van haar man treiterde haar voortdurend. Vooral op het moment dat ze voor het jaarlijkse offer naar Jeruzalem gingen. Juist dan, als haar man haar extra vlees van het offervlees gaf, dan begon het. Juist op dat moment dat ze in Gods nabijheid wilde zijn.
En dan het grootste probleem: Ze had geen kinderen! Als iemand in die tijd ergens de zegen van God aan kon afmeten, dan was het wel in de kinderzegen. Als er geen kinderen waren, dan werd dat absoluut als een straf van God gezien. Je kunt het ook merken aan de manier hoe er over geschreven wordt in het boek Samuël: “God had haar baarmoeder toegesloten”. En haar rivaal in het huwelijk met haar man, wist daar wel raad mee.
En dan nog even die man van haar. Als ze dan verdrietig is en huilt omdat ze geen kinderen heeft gekregen, dan zegt haar man: “Joh, waarom huil je? Ben ik niet meer waard dan tien zonen?” Lekkere opmerking is dat van haar man. Het ontbreken van kinderen was een vloek voor haar. En ja, haar man maakte zich er niet zo druk over, die had bij zijn andere vrouw kinderen gekregen, dus de schuld lag ook nog bij haar.
Hanna was een gelovige vrouw! En vrouw die God echt liefhad en diende. Maar de zegen in haar leven ontbrak wel. Is geloven altijd leuk? Gaat het dan in alles vanzelf goed? Kennelijk niet, want deze vrouw had meer ellende dan vrolijkheid. Geloven betekent helemaal niet altijd dat de zegen gelijk meekomt. O ja, uiteindelijk zal je een eeuwige zegen ontvangen, maar nu op aarde, dan kan het ook soms zo anders gaan en begrijp je niets meer van God. Misschien ben jij iemand zonder kinderen, misschien al zolang een verlangen naar een huwelijk, maar het is er nog nooit van gekomen. Misschien al zolang op zoek naar vrede of genezing, maar het kwam nooit. Is je geloof dan niet goed genoeg? Als je gelooft, zou er toch wel een oplossing komen?
Nee, dat lezen we in de Bijbel juist niet. Juist de Hanna-ervaringen zijn ook ervaringen van gelovigen in de Bijbel. En wat Gods plan ermee was? Dat zegt de Bijbel ook nog eens niet. Zeker, Samuël wordt misschien wel de belangrijkste profeet die er is geweest. En zeker, zonder deze nood had Hanna misschien nooit een belofte aan God gedaan. Maar ga nu niet zeggen dat je een belofte moet doen om gezegend te worden, dat is niet waar het om gaat. Dat is geen regel, net zo min als dat het een regel is dat geloven gelijk staat met zegen op elk gebied. Geloven brengt uiteindelijk in de nood wel je hart tot rust bij God. Daar mag je het uitschreeuwen en God zal horen! En verhoren doet Hij dan op de manier waarvan Hij weet dat dit de beste manier is.
Gebed: Heer, ik dank U voor het eerlijke verhaal van Hanna. Nee, U zegende niet op het moment dat ze begon te geloven. U zegende op een andere manier, maar daardoor werd U wel groter voor haar!