“Maar toen Jezus dat zag, nam Hij het hun zeer kwalijk en zei tegen hen: Laat de kinderen tot Mij komen en verhinder hen niet, want voor zulke mensen is het Koninkrijk van God.” (Markus 10:14)
We blijven nog even verder denken over het vertrouwen op God. Het is zo belangrijk dat het vertrouwen dat je in God hebt, zo groot is, dat als Hij het onmogelijk van je vraagt in deze wereld, dat je vanuit het diepst van je hart kunt zeggen: Wat er ook gebeurt, ik vertrouw God helemaal! Ik denk dat het eerste grote avontuur dat ik met God heb ervaren in mijn leven is geweest toen ik leerde dat ik kind mocht zijn bij de Vader. Voordat ik ontdekte wat het Koninkrijk inhield en hoe je dat kunt laten doorbreken, leerde God mij lange tijd niet veel anders dan kind bij de Vader zijn.
Dan moet je bedenken dat ik uit een heel religieuze manier van denken kwam en dat ik God niet anders kende dan de grote heilige God op een enorme afstand. En ik denk dat heel veel lezers dit ook herkennen uit hun eigen leven. God als Vader en jij als kind, dat is heel ontspannend, maar ook heel spannend, zeker als God alleen een God is Die je nooit persoonlijk leerde kennen. Als je altijd hebt geleerd dat jij je zegeningen moet tellen, één voor één, maar dat God je zonden telt, één voor één, durf dan nog maar eens echt face-to-face met God in gesprek te zijn.
Wat belangrijk is om te weten, is hoe God naar jou kijkt als gelovige. Of misschien nog beter: Hoe God wil dat jij als gelovige naar Hem kijkt. Als er een moment is dat er kinderen bij Jezus worden gebracht en de discipelen het daar niet mee eens zijn, neemt Jezus hun dat heel erg kwalijk. Blijkbaar brachten de moeders hun kinderen bij Jezus, zodat de kinderen gezegend zouden worden door Jezus. En wat kun je je kind beter wensen dan een zegen van Jezus? Maar de discipelen begrepen op dat moment nog helemaal niet dat juist de houding van kinderen, ook de houding van gelovigen moest zijn naar God de Vader. En terwijl zij die kinderen wegsturen, haalt Jezus hen juist dichterbij en raakt ze zegenend aan.
Dat gebaar is mooi en in de geestelijke wereld gebeurt er op dat moment iets met die kinderen, dat is zeker! Maar we moeten vandaag even onze aandacht verleggen naar wat Jezus zegt. Hij zegt dat juist voor zulke mensen het Koninkrijk van God is. Wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, komt er uiteindelijk niet binnen. Dat is nogal een uitspraak, maar het raakt wel de kern waar het om gaat. Als God jou het Koninkrijk wil geven, niet alleen straks, maar ook nu al, dan kan Hij dat alleen maar aan je geven op het moment dat jij op dat grote cadeau van God, als een kind reageert!
En kind ontvangt met blijdschap en onbevangen wat hem gegeven wordt. Als jij het avontuur met God aan wil gaan en als jij door God gebruikt wil worden om Zijn Koninkrijk te bouwen, dan heb jij die onbevangenheid gewoonweg nodig om je volgende stap te zetten. Het kan zomaar zo zijn dat God wil dat jij met iemand bidt, of dat jij een woord van kennis over iemand uitspreekt, maar waarvan je denkt: zal dit echt wel kloppen? Maar hoe beter jij de stem van je Vader in de hemel leert verstaan, hoe onbevangener jij het Koninkrijk ook weer kunt uitdelen. Ontvang alles wat God je geeft, niet alleen voor jouw persoonlijk, maar in het avontuur met God ook dat wat jij aan anderen mag uitdelen, onbevangen en zonder redeneren. Leer het doen, zonder jouw denkkader er lang te leggen, maar doe het als een kind.
Gebed: Heer, ik kies ervoor om als een kind te zijn bij U. Ik vertrouw U als mijn Vader, maar ik wil ook echt kind zijn in mijn onbevangenheid.