“In het derde jaar van Kores, koning van Perzië, werd er een woord geopenbaard aan Daniël, aan wie de naam Beltsazar gegeven is. Dit woord was waarheid en ging over grote strijd. Hij begreep het woord en hij kreeg inzicht in het visioen.” (Daniël 10:1)
Daniël krijgt nog één visioen. De rest van zijn boek gaat over dit visioen, maar ook dit levert weer allemaal vraagtekens op. Het aantal uitleggen is enorm, maar we zullen proberen om ook dit visioen wat duidelijker te krijgen. Het is later in de tijd dan het vorige visioen en het is nu ten tijde van koning Kores. Waarschijnlijk is het op 23 april 536 voor Christus. Op basis van de genoemde maand en de terug rekening zou je daarop uit komen. Dit maakt ook nog eens duidelijk dat die 70 jaarweken niet letterlijk kunnen zijn geweest, waar we gisteren op uitkwamen.
Met dit getal in je hoofd is de tijd tot de Messias dus echt nog een heel eind weg. En nu krijgt Daniël een woord dat hem wordt geopenbaard en daardoor kreeg hij inzicht in het visioen. Is er dan nog een visioen bij dit woord, of gaat het hier om de eerdere visioenen uit hoofdstuk 8 en 9? Dat laatste lijkt het meest logisch. Zeker omdat de reactie aan het einde van hoofdstuk 8 en de reactie van Daniël na dit woord ongeveer even heftig is. Eerst was het beeld in het visioen al schrikwekkend genoeg, maar nu hij er ook nog een woord bij kreeg, waardoor het toegepast wordt op het volk van Daniël, is hij er zo van slag van dat hij 21 dagen rouwt.
Hoe moeten deze dagen voor Daniël zijn geweest? Hij was immers op dat moment de enige die dit visioen en dit woord kende. We lezen niet dat hij het met zijn vrienden overlegt. Die komen we overigens in het tweede deel van het boek helemaal niet eens meer tegen. Wat daarvan de reden is weten we niet, maar het is wel duidelijk dat de informatie die hij nu krijgt, zwaar is voor hem alleen. Maar tegelijk blijkt er om hem heen ook een oorlog te woeden in de geestelijke wereld.
Misschien dat het nu even een beetje voelt van de hak op de tak, maar je moet eigenlijk even doorlezen naar het moment dat die man verschijnt in linnen gekled. Dat begint in vers 4 en in vers 13 zegt deze man, die weer een engel is, dat hij 21 dagen werd tegengehouden door de vorst van het koninkrijk van Perzië. Deze vorst is waarschijnlijk een demon van een hoger niveau die over een gebied is aangesteld. Toen Daniël dus de woorden geopenbaard kreeg, is er direct een engel naar hem onderweg gestuurd, maar in de geestelijke strijd heeft hij vertraging opgelopen, waardoor Daniël dus niet de ondersteuning kreeg, die hij eigenlijk wel had moeten krijgen.
Engelen heeft God gegeven om de gelovigen, zoals jij en ik, te ondersteunen, maar ook engelen ervaren dus geestelijke strijd op het moment dat wij aangevallen worden in de geestelijke wereld of op momenten dat wij hun hulp nodig hebben. Juist op die momenten lijkt de vijand er alles aan te doen om onze ondersteuning te vertragen. En hoe eenzaam moeten deze dagen voor Daniël zijn geweest? En hoe eenzaam kun jij je voelen als er strijd is, of als er momenten zijn dat je echt hulp nodig hebt. Misschien is juist dit gedeelte ook wel een bewijs dat als die strijd er is, waardoor die hulp later komt, ook duidelijk wordt hoe belangrijk Daniël was. Als Daniël geen betekenis had gehad, was de vijand er niet zo op gebrand geweest om deze engel tegen te houden.
Gebed: Heer, U laat ons op een paar momenten zien wat Uw engelen doen en ook hoe ondersteuning later kan komen, omdat de geestelijke oorlog heel heftig kan zijn. Maar ik geloof dat als wij door diepten gaan, U er vanaf weet en voor ondersteuning zult zorgen.