“En toen Hij bij de zee van Galilea wandelde, zag Hij Simon en Andreas, zijn broer, het net in de zee werpen want zij waren vissers.” (Markus 1:16)
Gisteren was de intro rond het thema ‘de enige waarheid’ stevig. Durven wij echt dat wat wij geloven als de enige weg van redding te brengen in deze wereld, of zijn wij al zover gemasseerd door onze cultuur dat we vooral iedereen in zijn waarde moeten laten? Voordat we verder kijken hoe Jezus begint aan Zijn werk op aarde, is het wel belangrijk om nog even te zeggen dat het er niet om gaat dat we ondoordacht en bot met mensen omgaan. Soms krijg je het idee bij sommige evangelisten dat elk gevoel er dan niet meer toe doet en dat het bijna een dwingen is op een manier die we bij Jezus niet tegen komen. Maar hoe doet Jezus het dan wel en op welke manier zet Hij Zijn discipelen in beweging?
Dat begint wel op een bijzondere manier. Het valt op, als je de eerste hoofdstukken van Markus leest dat er dingen gebeuren die wij in onze kerken maar al te vaak niet aandurven. Want als het bij ons over discipelschap gaat, dan zitten daar behoorlijk wat voorwaarden aan verbonden. En als het dan over de enige waarheid gaat waardoor we gered worden, dan moeten we die waarheid wel eerst kennen voordat we mensen inzetten om deze door te geven. Het is opmerkelijk dat Jezus het totaal anders doet. Sterker nog, in mijn ogen is het zelfs levensgevaarlijk wat Hij doet.
Jezus loopt nadat Hij begonnen is aan Zijn bediening langs de zee van Galilea. Hij is dus net als rabbi begonnen en Hij is nog zo goed als onbekend. Hij was door Johannes de Doper aangewezen als het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt, maar of iedereen Hem daardoor herkende is maar zeer de vraag. Als Hij dan terugkomt uit de woestijn na veertig dagen en iedereen al lang weer is vergeten hoe Jezus eruit zag, loopt Hij langs een vissersbootje.
Begin even om hier over na te denken. Wat ziet Jezus? Hij ziet een bootje met twee mannen die aan het vissen zijn. En wat zien die twee mannen? Die zien niets anders dan een man die preekt. Ze zullen Hem wellicht wel als rabbi hebben aangemerkt, maar dat was dan ook wel alles! En als het over een rabbi ging, dan was dat voor hen van geen betekenis. Fijn dat die rabbi rondging, maar dat betekende normaal gesproken voor hun leven niets. Hooguit dat ze een preek van Hem zouden horen, maar meer niet. Zij waren vissers in het bedrijf van hun vader. Dat deze Rabbi discipelen zocht was niet logisch. Discipelen werden gehaald van de profetenscholen. Elke Joodse jongen kreeg onderwijs in de thora en alleen de besten van de klas mochten verder in de opleiding als discipel. En deze twee mannen, Simon en Andreas, waren niet goed genoeg geweest en waren in het bedrijf van hun vader aan het werk gegaan, net als de meeste jongens in die tijd. En dan komt Jezus voorbij en ziet hen en Hij wil hen als discipelen meenemen. Genoeg voor vandaag om alleen even na te denken over dit: Jezus ziet jou, waar je ook zit als potentiële discipel, wie je ook bent.
Gebed: Heer, Uw strategie wijkt nogal af van de onze, maar met U onderweg zijn is het mooiste avontuur waar U mij voor uitnodigt.