“Oordeel niet en u zult niet geoordeeld worden; veroordeel niet en u zult niet veroordeeld worden; laat los en u zult losgelaten worden.” (Lukas 6:37)
Als je omgekeerd wilt denken dan is deze tekst van vandaag ook echt een hele lastige. Het onderwijs dat Jezus geeft vanuit het Koninkrijk en vanuit Zijn denken is zeker niet altijd makkelijk. En zeker in onze cultuur is oordelen iets dat diep in ons zit. Het lijkt bijna niet mogelijk om dit te voorkomen, wij staan zo makkelijk met een oordeel of een mening klaar. Jezus wijst ons erop dat we daarmee het tegengestelde moeten doen.
En ergens blijven al deze regels, als het regels blijven, ons mateloos irriteren. Blijf daarom wel bedenken dat dit geen regels zijn om ons regels op te leggen, maar dat het doel van Jezus is om het karakter van Zijn Koninkrijk in ons te slijpen. Het is de bedoeling dat het geen regels zijn, maar dat het onderdeel zal zijn van ons diepste ‘zijn’. En met die intentie spreekt Jezus de Bergrede uit, maar met die reden spreekt Jezus ook deze woorden uit die voor ons echt niet eenvoudig zijn.
Laat ik eerst twee redenen noemen waarom dat oordelen voor ons iets is waar wij aan verslaafd raken. De ene kant is dat er een bepaalde angst is dat we de ander dingen zien doen waardoor wij de controle op bepaalde zaken kwijtraken. Oordeel komt dus heel vaak voort uit angst. Als iemand in een traditionele kerk te evangelisch is, wordt hij veroordeelt omdat men bang is dat deze denkwijze om zich heen zal grijpen. Dit principe zie je op heel veel andere terreinen doortrekken. Maar dat is nu juist niet wat Jezus wil, wij zijn niet geboren om uit angst te leven en om de controle vast te houden.
Een andere reden, en die is nog ernstiger, is dat wij oordeel nodig lijken te hebben om onszelf een betere positie te geven. Deze opmerking over oordelen is stevig, dat besef ik wel. Neem eens even de tijd om over deze stelling na te denken: Oordelen doen we om zelf er beter uit te komen.
Zolang de ander minder is dan dat jij bent, ben jij meer en door te oordelen en te veroordelen rechtvaardig jij jouw gedrag en zet jij jezelf hoger dan die ander. Het betekent natuurlijk niet dat zonde geen zonde meer genoemd hoeft te worden, maar in veroordelen zit niet het afwijzen van zonden, maar het naar beneden halen van de ander. En dat is waar Jezus tegen waarschuwt. Dit maakt namelijk ook dat je aan die ander gaat vastzitten. Je blijft die ander maar in de gaten houden, maar Jezus zegt dat je moet loslaten, zodat de veroordeling, of de geest van veroordeling ook jou los zal laten.
Onze cultuur is een cultuur van oordeel en van veroordeling, een cultuur van schaamte en schuld en blijkbaar hebben wij dan in onze cultuur oordeel en veroordeling nodig om je eigen schaamte te overschreeuwen voor dingen die zijn fout gegaan. Daarbij is niet alles wat wij fout vinden, ook werkelijk fout. Soms is het slechts een gevoel over iets of is het iets wat wij met ons geweten niet overeen kunnen komen. Laat het oordeel maar aan God over, benoem hooguit echte zonden en blijf verder weg uit het oordeel, zodat jij en de ander mag zijn die je bent.
Gebed: Heer, vergeef mij elke houding van veroordeling en afwijzing. U hebt met geroepen om te zegenen en om de ander te laten groeien. Ik kies er voor om elke veroordeling los te laten en ontvang Uw vrijheid in aanvaarding.