"Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen, nadat ze tot zeven dagen toe omringd waren geweest." (Hebreeën 11:30)
Alle ontberingen van het woestijnleven slaat de schrijver van de Hebreeënbrief nu even over. In de woestijn is er van alles gebeurd en ook in jouw woestijn zal het niet altijd eenvoudig zijn. Sterker nog, in de woestijn wisselt het tussen geloof en ongeloof, tussen hoop en wanhoop. Maar uiteindelijk is Israël wel bij de grens van het beloofde land gekomen. En als jij uit de woestijn komt, in het land van geloof ingaat, wil dat in dit leven niet zeggen dat al je strijd is gestreden. Want ook op het moment dat je het land mag innemen, kom je nog wel problemen tegen.
Israël dacht er ondertussen te zijn en ze hadden, nadat het veertig jaar eerder, al gruwelijk misgegaan was door hun ongeloof, nu hoop op het land dat hun zou toekomen. Maar op het moment dat de verspieders terugkomen, beseffen ze wel dat de stad Jericho een serieuze uitdaging zal gaan worden. Israël verwachtte dat ze het land van God zouden ontvangen, maar hoe dat zou gaan wisten ze niet. In Gods ogen was het land al in bezit van Israël, ze moesten het alleen nog in bezit nemen, maar was er eigenlijk niet te doen. Als Israël dit had geloofd, was er misschien geen slachtoffer gevallen. En hier bij Jericho doen ze wat ze moeten doen: Luisteren naar God als de strijd zich aandient.
Niet iedere strijd in het Oude Testament was dezelfde manier van strijden voor, maar het volk Israël geloofde dat als ze zeven keer om de muren van Jericho liepen dat uiteindelijk de muren zouden vallen. Niet vanwege hun werk, maar omdat God de overwinning al had gegeven. Maar wat in de verwachting van Israël fysieke werkelijkheid was, is voor ons de geestelijke werkelijkheid.
Ik weet niet welke bolwerken jij in je denken hebt, die onoverwinnelijk lijken te zijn. Maar zoals Israël juichte voor een stad die al overwonnen was, al stond elke muur nog overeind, zo zegt God tegen ons: Juich voor de overwinning op elke geestelijke vijand, al zit je nog midden in de strijd. Want zoals Israël fysiek in de strijd was, zo zitten wij geestelijk in de strijd. Elke strijd uit het Oude Testament is een weerspiegeling van de geestelijke strijd voor de Nieuw Testamentische gelovige.
Het grootste wonder is dat de strijd al gestreden is, als zijn de vijanden er nog en al zijn de bolwerken er ook nog in ons denken. De strijd is niet voorbij, maar al wel gewonnen en waar wij in die overwinning durven te gaan staan in geloof, daar zullen de muren van de bolwerken ook werkelijk aan stukken vallen en komt Jezus zichtbaar in ons leven als Overwinnaar naar voren. Het enige wat wij moeten doen, is Zijn overwinning opeisen in de geestelijke strijd. De strijd is uiteindelijk niet van Israël en ook niet van ons, maar het is Gods strijd in deze wereld waarin Hij de leiding heeft. Hij vraagt alleen geloof voor de muren in ons denken, zodat ze door Zijn kracht zullen vallen.
Gebed: Heer, ik prijs en ik loof U voor de overwinning en ik eis de overwinning, ook in mijn leven helemaal op. Ik aanbid U omdat U het hebt gedaan en ik sta geen enkel bolwerk in mijn denken meer toe.