"Mogen goedertierenheid en trouw jou niet verlaten. Bind ze om je hals, schrijf ze op de tafel van je hart, vind gunst en goed verstand in de ogen van God en mens" (Spreuken 3:3 en 4)
Het volgende hoofdstuk van het Spreukenboek begint met de geboden van Salomo. Ja, dat lees je goed, het gaat in hoofdstuk 3 niet over Gods geboden, maar om die van Salomo. Hij spreekt daar van 'mijn' geboden. Waarschijnlijk wijzen deze woorden terug naar het vijfde gebod waarin we de opdracht krijgen om onze ouders te eren, want in vers 2 volgt dat lengte van dagen en jaren van leven zullen vermeerderen. De geboden van Salomo voor zijn zoon waren waarschijnlijk de afspraken die Salomo met zijn zoon had gemaakt. En laat even duidelijk zijn: als ouders dingen doen die niet kloppen, wil het vijfde gebod nooit zeggen dat we dat dan maar kloppend moeten maken. Het vijfde gebod heeft te maken met ouders die het goede zoeken voor hun kinderen.
Wellicht hebben die geboden van Salomo dan ook weer te maken met het vervolg. Salomo wil dat goedertierenheid en trouw, altijd bij zijn zoon zullen zijn. Die moet hij als een ketting om zijn hals leggen en die moet hij schrijven op de tafel van zijn hart. Dat zijn nogal woorden, maar ook wensen van een vader als Salomo. Het is helemaal niet vreemd, want dit is juist waarmee wij de mens zijn zoals God die bedoelt. Goedertierenheid en trouw, naar alle mensen. Trouw in vriendschappen, goedertierenheid naar alle mensen. Dit zijn wel woorden waarvan wij merken dat maar al te vaak mensen die niet zijn. Heel vaak ervaren wij dat mensen elkaar zomaar laten vallen of zomaar loslaten.
Oordeel en veroordeling zorgen maar al te vaak voor het tegenovergestelde. Wanneer kun je nu echt iemand vertrouwen? Durf je dat eigenlijk nog wel? Want wie zegt dat je de ander kunt vertrouwen? En omdat dit ontbreekt, zou het zomaar kunnen zijn dat je denkt: "geef mijn portie maar aan Fikkie". Sorry, dat ik het even zo zeg, maar het gevoel dat het toch allemaal niet uitmaakt, het gevoel dat je toch weer mensen tegenkomt die niet zuiver zijn, die toch weer ontrouw blijken te zijn of totaal niet eerlijk willen zijn en bezig zijn om op die manier zichzelf op een plek te krijgen die ze willen bereiken of waarmee ze zichzelf kunnen verdedigen voor bepaalde keuzes.
Salomo maakt heel duidelijk dat dit niet is hoe wij moeten reageren. Salomo zegt dat goedertierenheid en trouw op de tafel van je hart geschreven moet zijn. Die tafel van je hart daar staan de meest fundamentele dingen op geschreven hoe je wilt leven. Die tafel van je hart is eigenlijk het grondbeginsel waar je uit wilt leven. En dat grondbeginsel naar God en naar de mensen is: goedertierenheid en trouw. Dat is niet voor twee uitleggen vatbaar! Dat is heel duidelijk hoe Salomo verwacht dat wij zullen leven. Trouw in elke situatie, zelfs als anderen andere keuzes maken. Ook dan blijft gewoon staan: Wees trouw en laat goedheid je leven omringen. En uiteindelijk zal deze beslissing een groot deel van de koers van je leven in relaties en in het omgaan met mensen bepalen en zal dit zorgen dat ontrouw van anderen, uiteindelijk je niet laat afbrengen van jouw trouw aan anderen.
Gebed: Heer, ik wil op dit moment voor Uw aangezicht een keus maken voor de rest van mijn leven: Ik kies er voor om altijd trouw te zijn aan mensen die U op mijn pad geeft en ik zal altijd het goede voor hen zoeken, zelfs als zij mij het tegendeel aandoen.