"En de schriftgeleerden en de Farizeeën brachten een vrouw bij Hem die op overspel betrapt was." (Johannes 8:3)
Je kunt in overspel betrapt worden, dat is niet best, laten we eerlijk zijn. Maar in overspel betrapt worden door de Farizeeërs helemaal niet. We weten niet waar deze vrouw is betrapt, maar in ieder geval lijkt het erop dat deze vrouw op heterdaad is betrapt en gelijk is meegenomen. En om het nog wat erger te maken, deze vrouw werd betrapt op overspel en ze staat in ene keer voor de Koning van de koningen, voor Jezus, de Zoon van God.
Dit is hoe het is op het moment dat deze vrouw voor Jezus staat. Je kunt je voorstellen dat dit niet zomaar iets is geweest. En overigens, in onze tijd werkt het, ook in de kerk, nog net zo. Let maar eens op wat er gebeurd is iemand betrapt is op overspel. Diegene krijgt zelden een tweede kans en in de kerk komt hij in veel gevallen onder censuur te staan en mag diegene geen deel aan het Avondmaal nemen. Alsof voor God de ene zonde zwaarder is dan de andere. Want roddel en negatief praten, wat gewoon onder het negende gebod thuis hoort, blijkt wel gewoon mogelijk te zijn in de kerk. En dat heeft maar zelden gevolgen als het over censuur en tucht gaat.
En ook hier is het niet veel anders. Natuurlijk waren er in het Oude Testament voor overspel zware straffen, maar het is onder het nieuwe verbond maar zeer de vraag of we die lijn moeten en mogen doortrekken. Jezus blijkt er erg ontspannen mee om te gaan. De Farizeeërs hadden met deze vrouw een heel mooi plan opgezet om Jezus uit te weg te ruimen. Maar let op, meer dan Salomo is hier. Salomo was een man met uitzonderlijke wijsheid, maar Jezus overtreft hem.
Als Jezus deze vrouw had laten stenigen, dan hadden ze Hem aangeklaagd bij de Romeinen, want volgens de wet die toen gold, mochten Joden de doodstraf niet uitvoeren. Maar als Hij zou zeggen dat ze onschuldig is, zou Jezus de wet van Mozes niet serieus nemen. En wat doet Jezus, Hij schrijft slechts in het zand. Niemand weet wat Hij schrijft, maar Hij doet net alsof het Hem niet veel kan boeien. Hij geeft slechts ene opdracht: "Wie van jullie zonder zonde is mag de eerste steen gooien."
En daarmee zit Jezus op de kern van hoe het Hem werkt. Uiteindelijk is Jezus niet gekomen om te veroordelen, maar om vrij te spreken door genade. Jezus keurt de zonde absoluut niet goed, want Hij zegt dat ze uiteindelijk mag gaan en dat ze niet meer mag zondigen. Maar Jezus laat ons door deze vrouw zien, hoe Hij wil dat wij met elkaars zonden moeten omgaan: Jij en ik zijn uiteindelijk net zo goed schuldig als het om zonden gaat als iemand zoals deze vrouw. De opdracht om niet te zondigen blijft wel staan, maar we mogen bij Jezus opnieuw beginnen en Hij zal ons dan niet veroordelen. Als dan iedereen de stenen laat liggen omdat iedereen weet dat hij geen recht heeft om een steen te gooien, dan mag die vrouw, net zo zondig als al die anderen, gewoon gaan.
Gebed: Heer, U bent vol genade en U zet elke zonde op dezelfde lijn en U zegt dat we mogen gaan en niet meer moeten zondigen. Ik dank U voor Uw genade.