"Zijn medeslaaf dan liet zich voor hem neervallen en smeekte hem: Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. Hij wilde echter niet, maar ging heen en wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld betaald zou hebben." (Mattheüs 18:29 en 30)
We moeten serieus uitkijken met deze gelijkenis om het niet te doen voorkomen alsof vergeven zo eenvoudig is alsof je dit alleen maar gewoon hoeft te doen. Ik hoor soms mensen zeggen: "Vergeven is gewoon je opdracht, dus dat doe je gewoon, daar moet je niet over nadenken, maar gelijk doen. Dat is wat Jezus zegt." Als we er zo mee overweg gaan, dan maken we echt heel veel schade en brengen we mensen in een onmogelijk conflict. Want vergeven is niet makkelijk. En vergeven is al helemaal niet iets dat je eventjes doet. Vergeven, ook als de ander met berouw komt, kan dan nog steeds tijd, soms heel veel tijd, kosten.
Natuurlijk is deze gelijkenis bizar, als je er over nadenkt. Want hoe kan die slaaf zich nu zo gedragen nadat hijzelf net van zoveel meer is vergeven? Ja, dat is niet te begrijpen. Maar als ik vervolgens zou zeggen: "Hoe kan het dat jij van Jezus vergeving van zonden hebt ontvangen en eeuwig leven, maar je kunt de moordenaar van je broer niet vergeven?" Zou je dan nog steeds kunnen zeggen dat deze gelijkenis bizar is?
Deze gelijkenis is angstig reëel, want ons vergeven, tegenover het vergeven dat God doet, is net zo schokkend als deze gelijkenis. De slaaf uit deze gelijkenis is namelijk niet bereid om de andere slaaf te vergeven en laat hem zelfs in de gevangenis gooien. De manier van confronteren riep al de nodige vragen op, maar hoe hij vervolgens reageert op het berouw van die andere slaaf roept nog veel meer vragen op. Hij wil het namelijk absoluut niet vergeven en hij wil alles betaald hebben.
Toch is dit wel het beeld dat Jezus schetst voor mensen die elkaar niet willen vergeven, terwijl er wel berouw is. En nogmaals, Jezus zegt niet dat dit allemaal makkelijk is, Jezus zegt ook niet dat je er geen tijd voor mag nemen, maar Jezus zegt wel dat het uiteindelijk tot vergeven moet komen en dat de reactie van deze slaaf, uiteindelijk tot een ander resultaat leidt.
Het was niet voor niets dat Jezus eerst stil bleef staan bij de koning en de slaaf en daarna pas bij de slaaf en de andere slaaf. Jezus wist heel goed dat dit een proces is dat niet vanzelf zou gaan en dat het onmogelijk anders kan dan als je in ieder geval beseft wat Jezus jouw heeft geschonken. En laat ook duidelijk zijn dat er ook situaties zijn waar de dader niet met berouw komt. Dan nog is het niet aan ons om hem te straffen. Ook dan niet, maar dan is de opdracht om het oordeel aan God te geven, maar wat nu als de ander toch met vergeving komt. Hoe reageer je dan? Begin je dan te vertellen wat het allemaal met je heeft gedaan? Of aanvaart je, misschien na een periode van knokken met jezelf, toch het berouw?
Gebed: Vader, ik belijd dat Uw vergeving veel groter is dan dat ik ooit mijn naaste kan schenken. Maakt mij gewillig om ook hierin hemels te denken.