"En de heer van deze slaaf was innerlijk met ontferming bewogen, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt." (Mattheüs 18:27)
Je zou daar voor de koning zijn neergezet met een schuld die zo groot is dat die al niet te betalen is, maar dat je dan ook nog eens een slaaf bent die geen cent heeft. Het enige dat je nog kan overkomen is dat je kwijt raakt wat je dan nog hebt. Misschien had hij een vrouw en kinderen, misschien een klein beetje bezit, hij zou het allemaal kwijtraken. Hij was een slaaf en hoop dat hij ooit kon betalen was er echt niet. Maar ja, bij die slaaf blijven is niet zo moeilijk, maar daar je eigen naam invullen en beseffen dat dit het beeld is tussen jou en God, maakt het tot een ander verhaal.
Maar lees eens, met in je achterhoofd dat wij nooit kunnen betalen wat God vraagt, wat er dan gebeurt. God is niet de God Die na Genesis 3 heeft gedacht: "Zoek het maar uit." God is de God Die met innerlijke ontferming over jou bewogen is. God heeft intens medelijden met mensen zoals wij die niet kunnen betalen en God is er helemaal niet op uit om ons het leven dan maar zuur te maken. En misschien denk je: wat heeft dit nu te maken met het vergeven van je naast dat we 70x7 maal moeten doen. Uiteindelijk heeft dit er alles mee te maken.
Maar Jezus wil je eerst diep en intens laten beseffen hoe God met jou omgaat. Want dit alleen kan je helpen om zelf een stap in vergeving te zetten. Als de slaaf voor de koning staat, beseft hij dat het een hopeloze zaak is. En wat doet hij dan? Hij buigt voor de koning. Hij vraagt om geduld en zegt dat hij het dan zal betalen. En toch, weet deze koning maar al te goed dat dit niet kan. Ook wij hebben maar al te vaak dat gevoel dat we het zelf bij God willen oplossen en we vragen om geduld. Maar God weet het al lang dat dit onmogelijk is.
De innerlijke ontferming van God is zo groot dat God bereid is om te vergeven. In de gelijkenis gaat Jezus daar verder nu niet om in. Wij zouden misschien zeggen dat woorden als 'genade' en 'plaatsvervanging' er eigenlijk wel bij moeten. Misschien zou dat wel moeten, want dat dit kan, kan alleen door Jezus. Maar bedenk dan dat een Jood in die tijd nog niet zo'n scherp beeld van verzoening hand als wij. Natuurlijk weet Jezus dat Zijn lijden en sterven uiteindelijk voor kwijtschelding zorgt, maar uiteindelijk gaat het Hem in deze gelijkenis over hoe wij moeten omgaan met vergeven.
Dat vergeven begint echter wel bij het besef van wat jij bent vergeven door God Zelf. Als we dat beginnen te beseffen en ga daar gerust maar een poosje bij stilstaan, dan wordt vergeven ineens iets dat in een ander perspectief staat. God praat, net als deze koning, de schuld niet goed, maar is wel met innerlijke ontferming bewogen. En die woorden nemen we mee naar het vervolg van deze gelijkenis.
Gebed: Heer, Uw ontferming is onbegrijpelijk. Wilt U mij helpen om deze les echt te begrijpen, zodat het vervolg van deze gelijkenis geen weerstand meer zal opleveren.