"Toen hield het werk aan het huis van God op in Jeruzalem, ja het hield op tot het tweede regeringsjaar van Darius, de koning van Perzië." (Ezra 4:24)
Als je soms op de wereld rondkijkt, dan krijg je soms het gevoel dat het met de kerk van Jezus Christus lang niet altijd zo goed gaat. We zien in Nederland een teruggang, we zien ontzettende machten als IS en andere onderdrukkers van de kerk die de groei van de kerk lijken tegen te staan. Sterker nog, het lijkt soms alsof de tegenstanders van de kerk hun zin krijgen.
God had toch gezegd dat de Israëlieten de tempel in Jeruzalem moesten bouwen? En God heeft toch ook de opdracht gegeven dat het Evangelie in de hele wereld gehoord moet worden? En toch is er zoveel tegenstand dat er zelfs hier, in het boek Ezra, een lange tijd komt dat er niets meer gebeurt aan de bouw van de tempel. Nadat men naar de koning was gegaan was er een brief gekomen dat de tempelbouw moest stoppen. En dat werd duidelijk gemaakt met geweld. En dan stopt ineens de bouw van de tempel en is de terugkeer van Israël plotseling nog heel ver weg.
Toch was het Gods plan en Zijn bedoeling dat de tempel herbouwd zou worden. En ik weet niet hoe het jou vergaat, maar soms begrijp je niet dat bepaalde dingen kunnen gebeuren. Het is toch onbegrijpelijk dat God dit lijkt toe te laten? Maar dat is in onze tijd veel anders. Blijkbaar mogen de tegenstanders van God behoorlijk wat ruimte nemen om het werk van Gods Koninkrijk te verstoren.
We moeten er dus ook niet vreemd van opkijken dat dit gebeurt. Het is niet onverwachts dat de tegenstanders alles op alles zetten om het lichaam van Christus te dwarsbomen. Het is wel de vraag hoe wij hier dan mee moeten omgaan. Het bijltje erbij neergooien is helemaal niet zo erg vreemd. Je zou de moed toch ook werkelijk verliezen? En wat dan als er niemand meer opstaat? Want dat gebeurt er hier bij Israël. Ze laten het ook echt gebeuren en de bouw ligt stil.
Hoe vaak speelt moedeloosheid bij ons ook een rol? Soms lijkt het wel of we tegen de verdrukking in moeten bouwen aan Gods werk. En ja, deels klopt dat nog ook. We gaan tegen de verdrukking in. Maar kijk er dan ook niet vreemd van op dat dit zo gebeurt. Als we de geschiedenis doorlezen blijkt dat er pas weer iets gebeurd als er een paar profeten beginnen te vertellen wat Gods plan was. Het gevaar van tegenstand is dat we heel Gods roeping dan maar naast ons neerleggen en we ons laten manipuleren door kracht en macht en door geweld. Maar uiteindelijk wil God door met Zijn kerk. Moedeloosheid speelt in de hele periode van de herbouw van de tempel telkens een rol. Moedeloosheid maakt ons zo machteloos om te bewegen in Gods bestemming. Het is toch ook allemaal zinloos? Maar laten we niet vergeten dat een roeping van God nooit zinloos zal zijn. Het lijkt soms onmogelijk, maar zou God een opdracht geven voor iets dat onmogelijk is?
Gebed: HEER, ik wil mij niet door moedeloosheid terneer laten drukken en door moedeloosheid mijn strijdlust laten ontnemen. Uw werk mag niet stilliggen omdat er tegenstand is, maar ik wil Uw wil doen en leert U mij omgaan met tegenstand.