"Toen de tegenstanders van Juda en Benjamin hadden gehoord dat de ballingen een tempel bouwden voor de HEERE, de God van Israël, kwamen zij samen naar Zerubbabel toe en naar de familiehoofden en zeiden tegen hen: Laten wij samen met u bouwen, want zoals u zoeken ook wij uw God." (Ezra 4:1 en 2a)
Het gejuich was zo groot dat het tot in de wijde omgeving van Jeruzalem te horen is geweest. Dat moet heel krachtig, maar ook heel bijzonder zijn geweest. Het gejuich was zo groot, dat het huilen om de gebrokenheid van de oude tempel niet meer te onderscheiden was. Maar als wij in geloof overwinningen behalen, dan zal er ook vaak tegenstand en tegenwerking komen. Velen zullen zich verzetten en anderen proberen het op een andere manier. In ieder geval moet elk stuk Koninkrijk van God er weer aan.
Het is opmerkelijk dat de schrijver van dit Bijbelboek ook gelijk noemt dat het hier om de tegenstanders gaat. Hij lijkt dit gelijk in de gaten te hebben. En dat terwijl ze zich niet echt voordoen als tegenstanders. Je moet eens lezen op welke manier ze aankloppen. Dat lijkt toch uiterst vriendelijk? Ze willen zelfs helpen met de tempelbouw. En dan de reden die ze erbij noemen. Ze zeggen: "Wij willen ook jullie God zoeken en Hem offeren." En ze vertellen er ook nog bij dat ze dit eigenlijk al jaren doen, vanaf dat ze hier wonen. Waarschijnlijk zijn deze mensen veteranen die door de koning van Assyrië daar een plaats hebben gekregen om te wonen en die zich vermengd hadden met de achtergebleven Joden. Ergens is er toen een menggodsdienst ontstaan.
Maar als ze dan aankloppen zijn ze gewoonweg niet welkom. Ze Israëlieten hebben het direct door. Overigens is de opmerking dat zij ook op zoek zijn naar de God van Israël wel een vreemde opmerking. Ergens zullen ze misschien wel gemerkt hebben dat al hun offers gericht waren op een andere god. En daarnaast, waren de teruggekomen Israëlieten helemaal niet op zoek naar hun God, Die kenden ze al en ze waren bezig om de offerdienst weer te herstellen. En die opmerkingen doen gewoon de deur dicht.
Wij kunnen ons de vraag stellen hoever dat deze praktijken ver van ons vandaan staan. Of misschien juist niet? Het lijkt soms heel mooi hoe andere geloven willen aansluiten bij onze beleving en we leven ook nog eens in een cultuur waarin je elkaar moet waarderen en in waarde moet laten. Ik gaf ooit godsdienstlessen op de openbare basisschool en daar mocht je niet zeggen dat het christelijk geloof de enige waarheid is. Dat klopt niet volgens de maatstaf van onze tijd. Iedereen heeft de waarheid. Dan krijg je toch vreemde dingen en is er uiteindelijk geen waarheid meer over. En deze manier van infiltreren en de waarheid geweld aandoen is levensgroot aanwezig, ook in onze tijd.
Als het fundament van ons geloof, Jezus en Zijn genade, geen plaats meer krijgt, dan is samenwerking niet mogelijk. Als er ook maar iets van Gods genade wordt afgedaan, is de waarheid en daarmee ook de redding weg. En velen willen een kerk waarin iedereen zijn waarheid mag hebben. Uiteindelijk laat dat het gebouw van Gods gemeente uiteindelijk in elkaar storten en daar willen wij niet voor leven.
Gebed: HEER, sommige aanvallen zijn zo onverwacht, zo onmerkbaar zelfs. Geef ons Uw wijsheid en inzicht, dan alleen zal de vijand ontmaskert worden.