"Jezus antwoordde en zei: Een man ging van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem de kleren uittrokken, hem daarbij slagen toedienden en hem bij hun vertrek halfdood lieten liggen." (Lukas 10:30)
Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan is overbekend. En het lijkt inderdaad alsof Jezus tegen de wetgeleerde wil zeggen: Wees goed voor je naaste, loop niet aan hem voorbij als hij halfdood langs de kant van de weg ligt, zelfs als je daardoor onrein zou worden en dan komt het goed met je. En dat is wel een hele bijzondere benadering van Jezus. Hoe kan Jezus dat nu zeggen? Maar het verhaal zit veel dieper. Jij en ik, en ook die wetgeleerde, zijn niet in de eerste plaats die Barmhartige Samaritaan, maar jij en ik zijn in de eerste plaats die in elkaar geslagen man.
Misschien frons je nu even je wenkbrauwen, maar in het verhaal zitten aspecten die een veel diepere, geestelijke lading hebben. En als je die te pakken hebt, dan begrijp je waarom Jezus zegt dat als je doet als die Samaritaan, dat het dan goed komt met je voor de eeuwigheid. Wat is er met die man aan de hand in deze gelijkenis?
Deze man is de stad Jeruzalem uitgelopen. Waarschijnlijk omdat hij handel wilde drijven. Daar is op zich natuurlijk niets mis mee, Jezus spreekt er ook helemaal geen oordeel over uit. Het verhaal blijft heel erg objectief. En dan buiten de muren van de stand Jeruzalem gaat hij op weg naar Jericho. En op dat moment gaat het mis. Op dat moment komt hij in gevaar. En welk moment is dat? Aan de ene kant op het moment dat Hij de Godsstad verlaat en op weg gaat naar een stad zonder bestaansrecht. Jericho was namelijk een stad die er helemaal niet mocht zijn. Jericho was, nadat deze gevallen was in de geschiedenis met Rachab, de hoer, door God vervloekt. Deze stad mocht nooit meer herbouwd worden. Degene die deze stad wel zou herbouwen daarvan zou deze stad gebouwd worden op het bloed van zijn kinderen.
Dat betekent dat deze stad een vervloekte stad is die er nooit met mogen en moeten zijn. En juist op weg naar deze stad wordt deze man in elkaar geslagen. Natuurlijk is dit maar een gelijkenis, maar wel een duidelijk. Symbolisch loopt de weg van Jeruzalem naar Jericho ook nog een sterk naar beneden. Het hele beeld dat hier achter zit is niet alleen het beeld van een man die in elkaar geslagen wordt en geholpen moet worden, maar het is het beeld van jou en mij. Dit is hoe het is gegaan met ons. Wij zijn vanuit het paradijs op weggegaan naar een vervloekte aarde en zijn daar uitgekleed door satan en zijn onze heilige kleren kwijtgeraakt en dodelijk verwond geraakt.
Ik leg hier nooit heel veel nadruk op, maar ik geloof dat dit voor het begrijpen van deze gelijkenis en het begrijpen van de opdracht van Jezus wezenlijk belangrijk is. Deze wetgeleerde krijgt niet alleen zijn taak te horen, maar ook dat zijn taak slechts datgene is wat hij ook zelf nodig heeft. Als wij, geestelijk gezien, geen Barmhartige Samaritaan ontmoeten bloeden we dood buiten de Godsstad. Dit besef heb je nodig, om morgen verder te komen met de opdracht van Jezus.
Gebed: Jezus, als deze gelijkenis ook het beeld van mijzelf is, dan besef ik nu al dat Uw komst naar deze aarde het grootste wonder in de wereldgeschiedenis is geworden.