"Maar Gideon zei tegen hen: Ik zal niet over u heersen en ook mijn zoon zal niet over u heersen: de HEERE zal over u heersen."Verder zei Gideon tegen hen: Ik wil u een verzoek doen: laat ieder mij een ring uit zijn buit geven. (Zij hadden namelijk gouden ringen, want zij waren Ismaëlieten.)" (Richteren 8:23 en 24)
De overwinning stopt bij Gideon niet bij het wegjagen van de vijand. Hij achtervolgt hen tot er niets meer van het leger is overgebleven. Als je leest hoe grondig dat hij het doet, dan laat hij ook echt niets meer over. Het is een complete opruiming. Niets mag overblijven waardoor de vijand terug zou kunnen slaan. Geestelijk zou je zeggen dat het hele huis wordt opgeruimd. En wat is Israël dan ineens blij met Gideon.
Ze zijn zelfs zo blij dat ze hem maar als koning willen aanstellen. Ze willen dat hij over hen zal heersen. Eigenlijk maken ze zich helemaal afhankelijk van Gideon. Je ziet dat ook wel eens als je iemand hebt vrij gezet dat ze daarna elke keuze laten afhangen van jou. Maar Gideon wil geen koning worden. Tenminste, daar lijkt het op. Het laatste stuk van het de beschrijving van Gideon is echt een vreemd stuk. Hij wil geen koning worden, maar hij eist vervolgens wel een koninklijk deel van de buit op.
Je zou het gedeelte echt eerst even moeten lezen om iets te begrijpen van wat er gebeurt. Gideon wil geen koning worden, van de HEER moet over hen heersen. Dan klinkt heel goed, sterker nog, dat mogen wij ons ook best wel aantrekken. Want voor hoeveel mensen wil jij bepalen wat er moet gebeuren en heb je eigenlijk die plaats van koning ingenomen. En dat gebeurt heel snel, en meestal ook nog uit liefde. Kun jij, iedereen die jij aan de hand mag nemen, echt helpen om keuzes met God te maken, zodat jij daarin mag ondersteunen, of wil je vaak liever Gods antwoord maar geven. Voel je hoe dichtbij dit ineens komt? En dan zegt Gideon: "Ik wil niet heersen over jullie."
Maar wat daarna dan gebeurt is onbevattelijk. Gideon doet een verzoek om van ieder een ring uit de overwinningsbuit te ontvangen. Daarmee wordt hij juist erkent als leider. Dat is bijzonder tegenstrijdig met zijn eerdere woorden. En wat doet hij dan met dat goud, omgerekend zo'n 20 kilo goud? Hij maakt er een efod van. En ook dat klinkt eigenlijk heel vertrouwd. Een efod was iets dat hoorde bij de tempeldienst. Maar Gideon maakt hiermee iets waardoor het volk de HEER kan aanbidden. Het gaat dus helemaal fout! Wat hier gebeurt is dat Gideon het volk weer laat beginnen aan afgoderij. Nee, niet dat hijzelf de afgod werd, maar hij geeft het volk weer een verkeerd beeld van God mee. Juist Gideon die de Baäl had gesloopt, zet de volgende afgod neer.
Welk beeld van God geven wij eigenlijk mee? Nee, de HEER moet de leiding hebben, maar welke HEER dragen we over? Dat is wel de vraag waar het om gaat. Gideon liet echt de leiding van het volk aan God over, maar vervolgens gaat het mis met het beeld van God. De gevolgen zijn desastreus, want uiteindelijk komt Gideon aan zijn einde en gaat het volk de afgoden weer dienen.
Gebed: HEER, het gaat zo makkelijk fout, of we maken mensen van ons afhankelijk of het Godsbeeld van U is zo snel uit balans. Gideon deelde in Uw overwinning, zoals ik deel in Jezus' overwinning, maar ik wil niet vallen in de fout van Gideon en alleen het juist beeld van U overdragen.